De Overeenkomsten tot
het vermijden van dubbele belasting (DBV) leggen de voorwaarden vast volgens
dewelke inkomsten, die voortkomen uit het uitoefenen van een dienstbetrekking
door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat, belastbaar zijn in de andere
overeenkomstsluitende Staat waar de dienstbetrekking wordt uitgeoefend (die
regels zijn meestal opgenomen in artikel 15 van de DBV). De DBV bepalen
eveneens de wijze waarop de woonstaat dubbele belasting moet voorkomen wanneer
die inkomsten belastbaar zijn in de partnerstaat waar de dienstbetrekking wordt
uitgeoefend (die regels zijn meestal opgenomen in artikel 23 van de DBV).
De woonstaat van de gerechtigde tot de
inkomsten uit een dienstbetrekking heeft altijd het recht om belastingen te
heffen van alle inkomsten uit een dienstbetrekking die worden verworven door
zijn inwoner. Indien die inwoner evenwel bewijst dat die inkomsten, op grond
van artikel 15 van een DBV, geheel of gedeeltelijk belastbaar zijn in een
partnerstaat waar de betrekking wordt uitgeoefend, moet de woonstaat dubbele
belasting vermijden op de manier waarin wordt voorzien door artikel 23 van dat
DBV (volgens de vrijstellingsmethode of de verrekeningsmethode, al naargelang
het land).
(meer info via de link rechts van deze blog)