Staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez wil met
enkele nieuwe maatregelen de concurrentievervalsing en misbruiken in de
transportsector aanpakken.
De transportsector is erg gevoelig voor sociale en fiscale
fraude. Fraude trekt de concurrentie binnen de sector scheef. De problemen die
de transportsector vandaag ondervindt, zijn bijzonder complex en worden de
laatste jaren scherp gesteld door de toename van buitenlandse - vaak
Oost-Europese - chauffeurs. Niet de buitenlandse chauffeurs zijn het probleem,
wel de manier waarop ze ingezet worden
voor het binnenlands transport. Sommige transportbedrijven hebben een
zusterfirma in Oost-Europa en zetten zo goedkopere chauffeurs in op Belgische
bodem.
Sinds de openstelling van de grenzen binnen de Europese Unie
staan er geen beperkingen meer op het internationaal transport. De problemen
beginnen wanneer internationale transporteurs ook ons binnenlands transport
voor hun rekening nemen. Europa heeft dat via de cabotage-regeling gelimiteerd.
Internationale transporteurs mogen na het binnenrijden van de landsgrenzen
slechts drie binnenlandse ritten doen binnen de 7 dagen.
Het belang van die cabotage-regeling spreekt voor zich. Als
transporteurs uit landen met lagere loon- en arbeidsvoorwaarden hier
ongelimiteerd zouden rijden, dan kunnen Belgische transporteurs en chauffeurs
niet meer concurreren. Buitenlanders die minder kosten zouden het transport
hier massaal overnemen, wat de normale werking van de sector helemaal zou
verstoren. Op het eerste zicht zijn de statistieken van tewerkstelling niet
overdreven alarmerend. De sector stelt een 3000-tal minder mensen tewerk dan in
de periode voor de crisis van 2008. Maar de ervaringen op het terrein leren dat
de oneerlijke concurrentie steeds toeneemt.
De cabotage-regeling is echter moeilijk te controleren. In
werkelijkheid gebeurt er meer cabotage dan toegelaten en dat leidt ertoe dat
Belgische door buitenlandse transporteurs vervangen worden. Of erger nog, dat
het binnenlands verkeer door zogezegd internationaal verkeer wordt overgenomen.
De buitenlandse chauffeur komt ons land binnen, rijdt in het beste geval zijn
drie ritten en doet zijn rusttijden over de grens. Zo start de cabotage-teller
telkens weer van nul en rijdt de zogenaamde internationale transporteur in
feite permanent in het Belgisch binnenlands verkeer.
Het wordt nog problematischer wanneer Belgische
transportfirma’s filialen in het buitenland gaan oprichten om te genieten van
de lagere loon – en arbeidsvoorwaarden. Dat zogenaamd internationaal transport
met buitenlandse vrachtwagens laten ze hier dan permanent rijden. Het reƫle
gevolg daarvan is simpel: Belgische vrachtwagens en chauffeurs gaan eruit en
worden vervangen. Binnen een aantal firma’s is dat de realiteit.
Wordt er dan massaal overgeschakeld naar dit soort
constructies? Neen, want er zijn nog altijd redenen waarom het logischer is te
kiezen voor lokale chauffeurs. Maar voor een bepaald soort transport en in
bepaalde omstandigheden gebeurt het al volop. Als we dit toelaten zal dit
fenomeen sterker worden en hoe langer hoe meer firma's mee in dit systeem
dwingen. De constructies die we hier beschrijven zijn echter in strijd met de
wet en dus ontoelaatbaar. Ze betekenen fraude en dus moeten we ingrijpen.
Hoe kan dit misbruik aangepakt worden?
° Hoofdelijke
aansprakelijkheid (RSZ, fiscaal, salarieel): de regering heeft drie wetten
aangenomen die in de komende dagen naar het parlement zullen vertrekken. Bij
firma's die in onderaanneming samenwerken kan het gebeuren dat er zich in de
keten een firma nestelt die een loopje neemt met de wet. De firma betaalt geen
RSZ of belastingen, of leeft de wettelijke loonvereisten niet na en verstoort
dus de normale werking van de sector en haar interne concurrentie. Binnen een
aantal sectoren is dit een groeiend fenomeen. De wet op de hoofdelijke
aansprakelijkheid kan voor een aantal problemen in de transportsector een
oplossing bieden.
° Beteugeling van
schijnzelfstandigheid: de regering werkt aan een wettelijke bepaling om
schijnzelfstandigheid te bestrijden. Ook daar kampen verschillende sectoren met
groeiende problemen. In dit opzicht kwam de tewerkstelling van Oost-Europeanen
eerder al ter sprake. Onze grenzen blijven gesloten voor Roemeense en Bulgaarse
werknemers, maar zij kunnen dat omzeilen door toch arbeidsplaatsen via
nepstatuten zoals schijnzelfstandigheid in te nemen.
° Aanpak van fictieve
vennootschappen: het College voor de fraudebestrijding zal een project
opstarten dat een betere controle van en strijd tegen illegitiem gebruik van
vennootschappen mogelijk moet maken.
° Organisatie van
controle en toezicht: monitoring van de BTW die betaald wordt door de
buitenlandse transport op binnenlandse ritten, combinatie van diverse
inspecties die ook inbreuken op cabotage mee moeten in beeld brengen, het geven
van prioriteit aan controles op buitenlandse vervoer en aanpassing van het
protocol tussen politiek, FOD Mobiliteit en de FOD SZ.
(bron www.crombez.belgium.be)