26 september 2013
Volgens de Rotterdamse wethouder van wonen en ruimtelijke ordening Hamit Karakus (PvdA) is het precieze aantal ook niet belangrijk: “Aantallen inschatten heeft voor ons geen prioriteit. Of het er nu10.000 of 100.000 zullen zijn, is voor het systeem niet interessant. We hebben er ook geen controle op. Wat we wel weten is dat Roemenen vooral naar cultureel verwante landen zoals Spanje en Italië gaan, maar mocht de economische situatie daar slecht blijven, dan komen ze indirect hiernaartoe. Bulgaren komen direct deze kant op: naar Nederland, België en Duitsland.”
Problemen
In de publieke opinie wordt deze ontwikkeling vaak als een probleem en soms zelfs als een bedreiging afgeschilderd. Veel mensen geloven dat immigranten uit Bulgarije en Roemenië moeilijker in de arbeidsmarkt en de maatschappij te integreren zijn dan andere groepen allochtonen. Volgens Salomez is die vrees niet helemaal ongegrond: “Bulgaren komen uit een strak communistisch politiek systeem. Dat heeft zijn impact. Ze hebben op het werk nood aan een leidinggevende figuur die hen aanstuurt. Ze leven ook acht maanden per jaar in de open lucht. Op dat vlak verschilt hun cultuur radicaal van de Belgische.”
Toch ziet Salomez ook belangrijke voordelen, vooral wat de Bulgaarse arbeidskrachten betreft. “Bulgaarse arbeidskrachten zijn goedkoop. Ze hebben Italiaanse trekjes: sympathiek, altijd goedgezind en loyaal aan hun baas. Daar komt bij dat andere arbeidsmigranten, de Polen voorop, de pretentie van de Belgen overgenomen hebben. Ze willen en eisen veel, maar geven weinig terug. De Polen hebben intussen ook de weg naar de vakbonden gevonden en dat is niet interessant voor de Belgische werkgevers. Vakbonden zijn bij Bulgaren nog niet ingeburgerd. Ze schuwen alles wat met overheid te maken heeft en dat is best naar de zin van Belgische ondernemers.”
Een andere vrees is dat de komst van Oost-Europeanen de overheidsfinanciën extra belast door het beroep dat deze groepen zouden doen op de sociale voorzieningen. In de media werden voorbeelden van armoedemigratie, vooral in grote steden uitgebreid geportretteerd. In Nederland leidde dit ertoe dat minister van Economische Zaken Henk Kamp besloot om geen werkvergunningen meer te geven aan Roemenen en Bulgaren. Een ingreep die zijn doel voorbij schoot: er kwamen niet minder Roemenen en Bulgaren naar Nederland, Ze kwamen wel, maar via nieuwe, vaak malafide kanalen.
Volgens Salomez zijn het de Turkse bureaus en de malafide bureaus uit Oost- Europa die de markt gebracht hebben naar het punt waar ze nu staat
Volgens Salomez zijn het “de Turkse bureaus en de malafide bureaus uit Oost- Europa die de markt gebracht hebben naar het punt waar ze nu staat”. Gelokt door relatief hoge lonen vallen migranten ten prooi aan malafide uitzendbureaus die het minimumloon betalen maar hen niet dezelfde rechten op sociale premies geven als reguliere werknemers. Zo komen de arbeiders terecht in uitbuitingsconstructies die op hun beurt voor valse concurrentie zorgen. Onder de prijs werken, werkt de verdringing van lokale werknemers in de hand. Ook huisjesmelkers proberen hun graantje mee te pikken van de migrantenstroom. Ze laten mensen met z’n twaalven naast elkaar op de grond slapen in een pand van zestig vierkante meter. Vanzelfsprekend zorgt dat voor overlast voor een buurt.
Armoede verdrijft
Bulgarije en Roemenië behoren tot de armste landen van de EU. Eurostat schat dat het inkomen per hoofd van de bevolking er op 40 procent van het Belgische niveau ligt. Ter vergelijking: voor de landen van de eerste EU-uitbreiding liggen de inkomens op gemiddeld 58 procent van het Belgische niveau. Grotere verschillen in inkomen leiden tot een hogere immigratie. In het Roemeense Boekarest wonen soms twee, drie gezinnen samen op kleine kamers in gebouwen zonder ramen. Ze hebben nauwelijks wat en moeten onder verwarmingsbuizen slapen. Dat maakt het aantrekkelijk om het geluk elders te beproeven. Terwijl ongeveer vijf procent van de bevolking van Polen en de andere landen van de eerste oostelijke uitbreidingsronde in de oude EU- lidstaten leeft, loopt dat cijfer voor Bulgarije en Roemenië op tot tien procent. Daarvan wonen meer dan twee miljoen mensen in Italië en Spanje. Maar doordat de economische omstandigheden daar sterk zijn verslechterd, stijgt van daaruit de immigratie naar België.
Salomez: De verhalen over het Belgische Walhalla zijn gemeengoed: geen geheim maar een openlijke advertentie ondersteund door de meeste politieke partijen. Ze willen van die Roma en Pomaken maar al te graag af
Toch lijkt het betrekkelijke welvaartsgebrek voor de meeste Bulgaren geen reden om het land te ontvluchten. De grootste migratie in Bulgarije voltrekt zich binnen de eigen landsgrenzen: van het platteland naar de hoofdstad Sofia. Anders ligt het –volgens Salomez- met de Roma enPomaken (Bulgaaarse moslims). Deze verblijven al op grote schaal in België en waren voordien ook de Bulgaarse regering een doorn in het oog. Salomez: “Ze worden geronseld via illegale circuits. De verdraagzaamheid van het Gentse stadsbestuur is alom bekend in Bulgarije. De verhalen over het Belgische Walhalla zijn gemeengoed: geen geheim maar een openlijke advertentie ondersteund door de meeste politieke partijen. Ze willen van die Roma en Pomaken maar al te graag af.” De democratische waarden van West-Europa bieden dan uitkomst.
Financiële en sociale strop?
De vraag is of, en in welke mate deze immigratie een financieel en sociaal probleem is voor België. Een blik op de statistieken leert dat eind 2012 minder dan 10 procent van de in België wonende Bulgaren en Roemenen werkloos was. Net iets boven het Belgische gemiddelde (8 procent) en ver onder het percentage van alle migranten in België. Op basis van deze cijfers zou je kunnen concluderen dat Bulgaren en Roemenen momenteel tot de best geïntegreerde groepen vreemdelingen in België behoren, meer dan bijvoorbeeld de bevolking van de Zuid-Europese landen en de landen van de eerste oostelijke uitbreidingsronde. Daarin kan natuurlijk verandering komen, want de immigratie uit Bulgarije en Roemenië is nog betrekkelijk jong.
Maar waarom is er zo’n discrepantie tussen het heersende beeld en de nationale statistieken? Wellicht moet het antwoord worden gezocht bij de regionale verschillen: de werkloosheid van Bulgaren en Roemenen kent in grote steden uitschieters. En natuurlijk beïnvloeden de media de publieke beeldvorming. Eerder toonde de VRT de reportage ‘Bulgarije aan de Leie’. Salomez betoogt: “Alle gevallen die daarin getoond werden, waren mensen afkomstig uit Pomaken- en Romadorpen. Hen werd een inkomen beloofd van ongeveer 1.000 euro per maand als ze meereisden naar België. Van de eerste uitkering moeten ze de helft aan de chauffeur geven en die reist dan terug om een nieuwe lading over te brengen.”
Per saldo positief
Het pensioenstelsel is een omslagstelsel waar allochtonen wel aan bijdragen terwijl hun aandeel gepensioneerden momenteel verwaarloosbaar is
Er zijn ook elementen die niet worden meegenomen in de officiële statistieken, zoals de huisvesting van daklozen of de kosten van acute ziekte bij mensen zonder ziektekostenverzekering. Een deel van deze mensen is helemaal niet aangemeld in België. Dat is de realiteit, maar toch zou het verkeerd zijn om te concluderen dat de verzorgingsstaat en de overheidsfinanciën onevenredig belast worden door de immigratie uit Bulgarije en Roemenië. Het tegendeel is waar. Over het algemeen doen vreemdelingen en personen met een allochtone achtergrond een groter beroep op steun van de overheid, maar de staat bespaart ook op uitgaven, voor onderwijs, maar vooral ten aanzien van de pensioenregeling. Dit is het gevolg van de vanuit het oogpunt van de pensioenkas gunstige leeftijdsopbouw van immigranten. Het pensioenstelsel is een omslagstelsel waar allochtonen wel aan bijdragen terwijl hun aandeel gepensioneerden momenteel verwaarloosbaar is. Natuurlijk verwerven migranten ook pensioenrechten, maar ze betalen over hun verwachte levensduur meer dan zij aan het einde krijgen.
Deze bijdrage aan het pensioenstelsel is belangrijk en overtreft de sociale uitgaven aanzienlijk. Het saldo wordt nog positiever naar mate de immigranten beter gekwalificeerd zijn voor en beter geïntegreerd zijn in de arbeidsmarkt. Momenteel profiteren we waarschijnlijk sterk van de migratie uit Bulgarije en Roemenië, omdat het aandeel werklozen en uitkeringsgerechtigde slechts iets boven het bevolkingsgemiddelde ligt.
Over het algemeen geldt dus dat het heersende beeld van armoedemigratie uit Bulgarije en Roemenië sterk te corrigeren is. Deze correctie is ook nodig om oneerlijke stigmatisering van de bevolking uit deze landen te voorkomen. Stigmatisering maakt de integratieproblemen enkel groter.
(https://www.apache.be)