De Ìskar (Bulgaars: Искър; Latijn: Oescus) is een
rechterzijrivier van de Donau en, met een lengte van 368 kilometer, de langste
rivier die enkel door Bulgarije stroomt.
De Iskar ontstaat bij de samenvloeiing van drie rivieren: de
Zwarte Iskar (Черни Искър, Cherni Iskar), de Witte Iskar (Бели Искър, Beli
Iskar) en de Linker-Iskar (Леви Искър, Levi Iskar), die samen ook bekendstaan
onder de naam Iskrove. De bron van de Iskar is het meer Tschamowsko (Чамовско
езеро) op de noordrand van het Rilagebergte, op 2.500 m hoogte. Deze bronstroom
wordt de Rechter-Iskar (Прав Искър, Prav Iskar) genoemd en stroomt dan in de
Zwarte Iskar.
Na de afdaling van de noordelijke uitlopers van het
Rilagebergte vult hij het Iskarreservoir - het grootste in Bulgarije. Dit
waterreservoir voorziet in 2/3 van de watervoorziening van de hoofdstad Sofia
en wordt ook gebruikt voor de productie van hydro-energie.
Verder stroomt hij nabij (maar niet door) de hoofdstad Sofia
en vervolgt dan zijn weg van het zuiden naar het noorden door een rotsachtig
ravijn in het Balkangebergte. Hij mondt uit in de Donau bij het dorp Gigen
(Гиген) in de oblast Pleven. De Iskar is de enige rivier die ontstaat in het
zuiden van Bulgarije, en van daaruit door het Balkangebergte stroomt om dan, in
Bulgarije zelf, uit te monden in de Donau.
De Iskar stroomt door het hoofdstedelijk gewest Sofia en
door de provincies Sofia, Pernik, Vratsa, Pleven en de Lovetsj.
Geologisch gezien is de Iskar de oudste rivier in de Balkan
en ook de enige die zijn oorspronkelijke richting heeft kunnen behouden,
ondanks de aanzienlijke geologische veranderingen in de loop der tijden.
Het stroomgebied is zo'n 8.646 km² groot.