✓ Onderaan staan Bulgarije en Roemenië. Daar kost een
privé-werknemer gemiddeld respectievelijk 3,7 euro per uur (2,9 euro per uur
voor fabrieksarbeiders) en 4,5 euro per uur (3,8 euro per uur voor
fabrieksarbeiders).
✓ Aan de top staan Zweden (41,9 en 43,8 euro per uur) en
België (40,40 en 41,9 euro per uur).
✓ Één Zweedse werknemer kost een fabriekseigenaar gemiddeld
dus evenveel als 15 Bulgaren. (Een Belgische fabriekseigenaar kan 14 Bulgaren
laten werken voor dezelfde prijs als 1 Belg.)
✓ Een Griekse arbeider kost gemiddeld 14,7 euro per uur –
ongeveer een derde van wat men in Noord-Europa betaalt. Griekenland is
overigens het enige land in de EU waar de gemiddelde arbeidskost in 2012 daalde
(met 6,8% dan nog wel).
✓ In Spanje steeg de arbeidskost 2012 met 1,1% tot 20,9
euro per uur, in Italië met 1,7% tot 21,9 euro, in Duitsland met 2,8% tot 21
euro en in Frankrijk met 1,9% tot 34,9 euro.
✓ In relatieve termen steeg de arbeidskost in Bulgarije het
meest: 6,4% of 24 eurocent per uur. In absolute termen steeg de Zweedse
arbeidskost het meest: een stijging van 1,5 euro per uur of 3,5%. Het valt op
dat dit net de top en staart zijn qua arbeidskost in Europa.
Betekent dit dat Zweedse werkgevers best hun vestigingen in
hun thuisland sluiten en zuidwaarts trekken? Richter voorspelt wat zou gebeuren
als ze dat zouden doen:
✓ De werkloosheid in Zweden stijgt tot over de 10%.
✓ Executives verdedigen hun beslissingen door op de hoge
arbeidskost te wijzen.
✓ De overheid begint te praten over ‘structurele
hervormingen’, zonder echt actie te ondernemen.
“Dat is natuurlijk net de situatie waarin Frankrijk zich nu
bevindt,” meent Richter. Het Frans scenario leidt volgens hem echter
onvermijdelijk tot een Griekse schulden- en lonencrisis.
De stijgende arbeidskost is bovendien vooral een gevolg van
de astronomische sociale bijdragen die werkgevers moeten betalen.
Conclusie: de crisis in Europa een rechtstreeks gevolg is
van de drang van politici om zichzelf, hun kiespubliek en hun vrienden te
verrijken met publieke middelen.