Het Bulgaars maakt
gebruik van het Cyrillisch alfabet, dat in de 9e eeuw door de zendelingen
Cyrillus en Methodius werd uitgevonden toen zij vanuit Griekenland oostwaarts
trokken om het christendom bij de Slavische volken te brengen. Het schrift is
gebaseerd op het Griekse schrift, en is uitgebreid met extra tekens om te kunnen
voldoen voor de Slavische talen. Cyrillus en Methodius bedachten eerst het
Glagolithisch alfabet. In het jaar 886 werd dit alfabet aangenomen als het
officiële schrift in het Bulgaarse Rijk. Cyrillus en Methodius (of hun
volgelingen) ontwikkelden later het Cyrillische alfabet. Dit nieuwe alfabet
werd al snel populairder dan het Glagolithisch. Van een standaardalfabet voor
het Bulgaars was lange tijd geen sprake. Verschillende versies van het
Cyrillische alfabet, variërend van 28 tot 44 letters, werden in de loop der
eeuwen gebruikt. Rond 1870 stelde de letterkundige Marin Drinov (1838-1906) een
spellingshervorming voor waarbij het Bulgaars 32 letters zou hebben. In 1945
werden bij een nieuwe spellingshervorming twee letters uit het Bulgaarse
alfabet verwijderd. Dit 30-letterig alfabet wordt tot op de dag van vandaag
gebruikt.