Saturday, 27 July 2013

Strijd tegen fraude in transportsector opvoeren

Staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez wil met enkele nieuwe maatregelen de concurrentievervalsing en misbruiken in de transportsector aanpakken.

De transportsector is erg gevoelig voor sociale en fiscale fraude. Fraude trekt de concurrentie binnen de sector scheef. De problemen die de transportsector vandaag ondervindt, zijn bijzonder complex en worden de laatste jaren scherp gesteld door de toename van buitenlandse - vaak Oost-Europese - chauffeurs. Niet de buitenlandse chauffeurs zijn het probleem, wel de manier waarop ze ingezet worden  voor het binnenlands transport. Sommige transportbedrijven hebben een zusterfirma in Oost-Europa en zetten zo goedkopere chauffeurs in op Belgische bodem.

Sinds de openstelling van de grenzen binnen de Europese Unie staan er geen beperkingen meer op het internationaal transport. De problemen beginnen wanneer internationale transporteurs ook ons binnenlands transport voor hun rekening nemen. Europa heeft dat via de cabotage-regeling gelimiteerd. Internationale transporteurs mogen na het binnenrijden van de landsgrenzen slechts drie binnenlandse ritten doen binnen de 7 dagen.

Het belang van die cabotage-regeling spreekt voor zich. Als transporteurs uit landen met lagere loon- en arbeidsvoorwaarden hier ongelimiteerd zouden rijden, dan kunnen Belgische transporteurs en chauffeurs niet meer concurreren. Buitenlanders die minder kosten zouden het transport hier massaal overnemen, wat de normale werking van de sector helemaal zou verstoren. Op het eerste zicht zijn de statistieken van tewerkstelling niet overdreven alarmerend. De sector stelt een 3000-tal minder mensen tewerk dan in de periode voor de crisis van 2008. Maar de ervaringen op het terrein leren dat de oneerlijke concurrentie steeds toeneemt.

De cabotage-regeling is echter moeilijk te controleren. In werkelijkheid gebeurt er meer cabotage dan toegelaten en dat leidt ertoe dat Belgische door buitenlandse transporteurs vervangen worden. Of erger nog, dat het binnenlands verkeer door zogezegd internationaal verkeer wordt overgenomen. De buitenlandse chauffeur komt ons land binnen, rijdt in het beste geval zijn drie ritten en doet zijn rusttijden over de grens. Zo start de cabotage-teller telkens weer van nul en rijdt de zogenaamde internationale transporteur in feite permanent in het Belgisch binnenlands verkeer.

Het wordt nog problematischer wanneer Belgische transportfirma’s filialen in het buitenland gaan oprichten om te genieten van de lagere loon – en arbeidsvoorwaarden. Dat zogenaamd internationaal transport met buitenlandse vrachtwagens laten ze hier dan permanent rijden. Het reële gevolg daarvan is simpel: Belgische vrachtwagens en chauffeurs gaan eruit en worden vervangen. Binnen een aantal firma’s is dat de realiteit.

Wordt er dan massaal overgeschakeld naar dit soort constructies? Neen, want er zijn nog altijd redenen waarom het logischer is te kiezen voor lokale chauffeurs. Maar voor een bepaald soort transport en in bepaalde omstandigheden gebeurt het al volop. Als we dit toelaten zal dit fenomeen sterker worden en hoe langer hoe meer firma's mee in dit systeem dwingen. De constructies die we hier beschrijven zijn echter in strijd met de wet en dus ontoelaatbaar. Ze betekenen fraude en dus moeten we ingrijpen.

Hoe kan dit misbruik aangepakt worden?

 ° Hoofdelijke aansprakelijkheid (RSZ, fiscaal, salarieel): de regering heeft drie wetten aangenomen die in de komende dagen naar het parlement zullen vertrekken. Bij firma's die in onderaanneming samenwerken kan het gebeuren dat er zich in de keten een firma nestelt die een loopje neemt met de wet. De firma betaalt geen RSZ of belastingen, of leeft de wettelijke loonvereisten niet na en verstoort dus de normale werking van de sector en haar interne concurrentie. Binnen een aantal sectoren is dit een groeiend fenomeen. De wet op de hoofdelijke aansprakelijkheid kan voor een aantal problemen in de transportsector een oplossing bieden.

 ° Beteugeling van schijnzelfstandigheid: de regering werkt aan een wettelijke bepaling om schijnzelfstandigheid te bestrijden. Ook daar kampen verschillende sectoren met groeiende problemen. In dit opzicht kwam de tewerkstelling van Oost-Europeanen eerder al ter sprake. Onze grenzen blijven gesloten voor Roemeense en Bulgaarse werknemers, maar zij kunnen dat omzeilen door toch arbeidsplaatsen via nepstatuten zoals schijnzelfstandigheid in te nemen.

 ° Aanpak van fictieve vennootschappen: het College voor de fraudebestrijding zal een project opstarten dat een betere controle van en strijd tegen illegitiem gebruik van vennootschappen mogelijk moet maken.


 ° Organisatie van controle en toezicht: monitoring van de BTW die betaald wordt door de buitenlandse transport op binnenlandse ritten, combinatie van diverse inspecties die ook inbreuken op cabotage mee moeten in beeld brengen, het geven van prioriteit aan controles op buitenlandse vervoer en aanpassing van het protocol tussen politiek, FOD Mobiliteit en de FOD SZ.