De korte
vorm:
Wanneer je met een groep
mensen regelmatig samenkomt om over God te leren heet dat al een
'kerkgenootschap' volgens de Nederlandse wet.
Wellicht goed om te weten
is dat het hebben van een statuut niet noodzakelijk is. Je kan een kerkgenootschap gewoon bij de KvK aanmelden,
rekening kan je openen bij de ABN en ANBI status verkrijgen zonder statuten. Enige noodzakelijke is een
adres waar je bijeenkomt (geen woonadres!) en een benoemingsbesluit (lees
notulen) waarin twee personen benoemd worden om de bankzaken te regelen. Zo kun
je met minimale kosten en papierwerk een kerkgenootschap oprichten.
Ik heb begrepen dat het justitieel systeem een 'standaard' statuut
heeft als je er zelf geen opgemaakt hebt. Wat ik mij daarbij voorstel is een
minimum statuut die de middenweg bewandelt tussen de meeste statuten. Zou je in
een rechtszaak belanden door bijvoorbeeld een mede-leider die je aanklaagt
omdat hij/zij zich gedupeerd voelt, dan hanteert de rechter dit. Heb je een
eigen statuut, dan heb je dit zelf in de hand door het aanstellen/ontslaan
specifiek te omschrijven. De gedupeerde is aangenomen wetende wat dit statuut
omschreef dus zal dit statuut de beslissende rol gaan spelen. Krijg je als
aangeklaagde een statuut die je niet kent, dan zou je een onprettige verassing
kunnen krijgen tijdens de rechtszaak.
De
langere en meer degelijke vorm:
1. Zorg voor een statuut.
(zie hieronder een voorbeeld). Kies voor een rechtspersoon de
'kerkgenootschap'. Niet een stichting of vereniging. Je hoeft niet naar een
advokaten kantoor.
2. Meld je aan bij de
Kamer van Koophandel als kerkgenootschap.
3. Meld je aan bij je
plaatselijk Belastingkantoor en verkrijg een belasting nummer.
4. Ga naar je bank met
deze informatie en open een rekening op naam van je
kerkgenoorschap.
5. Vraag met deze info de
ANBI status aan bij de belastingdienst in Den Bosch, die alle charitatieve
aanvragen behandelt. Dit zodat alle giften
aan je kerkgenootschap afterkbaar worden voor de schenkers. ANBI =
Algemeen Nut Beogende Instelling.
Nu zul je een deugdelijke
administratie willen voeren. Die zal in het begin, als er niet veel geld
omgaat, heel eenvoudig zijn. Je hebt niet persé een accountant nodig of dure
software pakketten. Het is voldoende om met een Excel Sheet of gewoon een
schrift alles bij te houden. Belangrijk is: wat komt binnen en waar geef je het aan uit. Bewaar
al de facturen en bonnetjes van je aankopen. Zorg dat je iedere uitgave een
nummer geeft en maak een ordener waar al je facturen en bonnen op
nummervolgorde in zitten. Zo kan een eventuele controle snel en soepel
verlopen. Ontvang je salaris uit de inkomsten van je kerkgenootschap, dan geef
je dit jaarlijks op bij de Belastingdienst zodat je loonbelasting en premie volkverszekering
kan betalen en je zorgverzekering.
Je pensioen en je
verzekeringen regel je zelf. Kijk uit dat de slimme verzekering verkoper je niet
inmaakt met angstige verhalen. Zij
verdienen commissie op iedere verzekering die zij verkopen.
Hier vindt
u de formele zijde van een kerkgenootschap oprichten in detail:
Verzin een naam voor je
kerk. Het beste kan je God vragen om een naam voor je kerk. Waar Hij een naam
aan geeft zal Hij ook bevestigen.
Schrijf een statuut:
Vraag een ander kerkgenootschap
om hun statuut en pas het aan op jou situatie. Zie de bijlage onderaan dit
document voor een voorbeeld. Je hoeft niet naar een notaris om je rechtspersoon
notarieel vast te leggen. Het kost geen geld. Volgens de wet ben je al een kerkgenootschap
als je regelmatig met een groep mensen bij elkaar komt voor een ideologisch
doel. De eis volgens het wetboek beslaat maar twee bladzijden dus het stelt
niet zo veel voor. Nederland heeft vrijheid van geloofsovertuiging in zijn
grondwet. Zou je geen statuut hebben dan zal je berecht worden vanuit een
standaard statuut die de rechtbank heeft voor een kerkgenootschap. Als je dat
niet wilt dan schrijf je er zelf een.
De comparanten genoemd in
het statuut (zie voorbeeld helemaal onderaan) starten het kerkgenootschap en
stellen een bestuur aan volgens de regels van het statuut. De comparanten zijn
niet noodzakelijk de eerste bestuurders. De namen van de comparanten en kopieën
van hun rijbewijs of paspoort is een bijlage van het statuut en heet een benoemingsbesluit.
De leiders van dat moment (d.w.z. de comparanten) tekenen allemaal het
benoemingsbesluit. Deze combinatie gebruik je om een bankrekening te openen
voor de kerkgenootschap.
Bij wisselingen van het
bestuur maak je een nieuw benoemingsbesluit en stuur je die naar de bank en
KvK. Het zittende bestuur neemt dan de plaats in van de stichters of
initiatiefnemers of comparanten.
Voorbeeld
van een benoemingsbesluit.
Voorbeeld
benoemingsbesluit.
Hierbij hoort een kopie
van de ID kaart van de aan te stellen leden.
Benoemingsbesluit van het
bestuur, de oudstenraad van ……………………, opgesteld in de vergadering van datum
…………………………………………
Aanwezigen van het
bestuur:
- De heer …………………………………..,
wonende …………………………..
- Mevrouw………………………………….,
wonende …………………………..
- De heer …………………………………,
wonende ……………………………………
- Mevrouw ………………………………..,
wonende ……………………………………
De aanwezigen wijzen als
voorzitter van de vergadering aan de heer ……………..
.
De voorzitter dient het
volgende voorstel in:
Benoeming van de oudsten
van …………………………………. per datum, overéénkomstig het statuut van Kerkgenootschap……………
van 17 xxi 20xx, art. 6, lid 1, letter d.
- Leidend oudste: dhr……………………. , wonende……………………………..
- Leidend oudste: mevr. ……………………… , wonende………………………….....
- Toeziend oudste: dhr. ………………………….,
wonende…………………………….
- Toeziend oudste: mevr. ……………………….,
wonende ……………………………..
Benoeming van nieuwe leden
van het Financieel Bestuur xx in overeenstemming met het bepaalde in artikel 6,
lid 1, letter f van het Statuut van het Kerkgenootschap………………………………………………………………………..,
zoals opgesteld op datum, voor de volgende functies:
- Voorzitter: de heer
………………………… , wonende …………………………..
- Penningmeester: mevrouw
…………………., wonende …………………………..
- Secretaris: mevrouw …………………………,
wonende ………………………….
.
De aanwezigen stemmen
allen voor het ingediende voorstel, zodat het wordt geacht te zijn aangenomen.
De nieuwe leden van het
Financieel Bestuur zullen per datum in
functie zijn.
Aldus vastgelegd te
[plaats] d.d. datum en getekend,
[ de comparaten in het
begin en later het zittende bestuur]
Handtekeningen
De ANBI:
Wil je dat je schenkers
hun schenking kunnen aftrekken van de belasting, dan zul je de Algemeent Nut
Beogend Instelling status willen aanvragen. Met deze status kunnen je sponsors
een percentage van hun sponsorgeld terug ontvangen van de fiscus.
Voor je de ANBI aan kunt
vragen moet je eerst:
1. Vraag bij je regionale
Belastingkantoor een fiscaal nummer aan voor je kerkgenootschap. Net als bij de
bank stuur je de statuten en het benoemingsbesluit mee met de aanvraag naar je belastingkantoor. Zij sturen je een fiscaal
nummer.
2. Met deze informatie
meld je de kerkgenootschap aan bij de Kamer van Koophandel. Sinds 2010 moet je
je persoonlijk aanmelden bij de kamer van koophandel. Laat je daar inschriven
als kerkgenootschap.
3. Vraag een
inschrijfformulier aan bij het ANBI team in Den Bosch. Formeel klink dat zo: In
het kader van de ANBI verzoeken wij u vriendelijk een aanvraagformulier voor
een beschikking te verzenden naar de ondergetekende.
4. Dan stuur je een
aanvraag voor ANBI naar:
ANBI Team
Postbus 70505
5201 CG ’S-HERTOGENBOSCH
BelastingTelefoon
Telefoon: 0800 – 0543
Hieronder een stuk
informatie van de belastingdienst over ANBI.
Betreft: Wijziging fiscale
regels 'goede doelen instellingen'
In het Belastingplan 2006
zijn wijzigingen in de Wet inkomstenbelasting 2001 voorgesteld ten aanzien van
de fiscale regelgeving voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI). Deze wijzigingen
treden in werking op 1 januari 2008.
Hieronder volgt een
opsomming van de voorwaarden waaraan algemeen nut beogende instellingen in de
toekomst moeten voldoen om voor de fiscale faciliteiten in de sfeer van successie-
en schenkingsrecht, de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting in aanmerking
te komen.
A. Voorwaarden
Belastingdienst
Uit de regelgeving van de
instelling (waaronder de statuten) en de feitelijke werkzaamheden blijkt dat:
· De instelling geen
winstoogmerk heeft;
· De instelling het
algemeen belang dient;
· Niemand over het
vermogen van de instelling kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen;
· Bij opheffing van de
instelling een batig liquidatiesaldo moet worden besteed ten behoeve van een
(andere) kwalificerende instelling of op een andere wijze waarmee het algemeen belang
wordt gediend;
· De instelling houdt niet
meer vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de
voorziene werkzaamheden ten behoeve van de instelling (bestedingscriterium);
· De instelling beschikt
over een actueel beleidsplan;
· De kosten van werving
van gelden en beheerkosten staat in redelijke verhouding tot de bestedingen ten
behoeve van het doel van de instelling;
· De instelling is
verplicht een administratie te voeren.
De inspecteur heeft
overigens de bevoegdheid om per instelling nadere voorwaarden te stellen.
B. Concrete gevolgen voor
uw instelling
Beleidsplan
In het beleidsplan moet u
als bestuur of kerkenraad inzicht geven in de concrete
doelstellingen voor een
beperkt aantal jaren. Het beleidsplan moet tenminste ingaan op de door de
instelling te verrichten werkzaamheden, een beschrijving op welke wijze de
instelling fondsen wil werven en een beschrijving van de wijze waarop de
instelling de verkregen gelden zal beheren. Ook moet het beleidsplan ingaan op
de wijze waarop en aan welke doelen verkregen inkomsten worden besteed. Gelet
op de andere voorwaarden (bestedings en vermogenscriterium) is het tevens van
belang om een beleid te formuleren inzake onkostenvergoedingen (bestedingscriterium)
en een motivatie van het risicoprofiel van de instelling ter onderbouwing van
het minimaal noodzakelijke vermogen (vermogenscriterium). Het beleidsplan dient
tenslotte financieel te worden 'vertaald' in een financiële (meerjaren)
begroting.
Fiscaal
Om uw instelling bij de
Belastingdienst te laten rangschikken als algemeen nut beogende instelling
dient u hiervoor een verzoek in te dienen bij de belastingdienst.
De uitvoeringsregeling
biedt de mogelijkheid tot gezamenlijke rangschikking. Zo kunnen bijvoorbeeld
koepelorganisaties voor de aangesloten instellingen een gezamenlijke rangschikking
aanvragen. Verder blijft het op instellingsniveau van belang om een actueel beleidsplan
inclusief (meerjaren) begroting te hebben en een transparante administratie te voeren.
Financieel
Op financieel gebied zijn
er de volgende aandachtspunten / 'vereisten':
· (Meerjaren)begroting
· Financiële administratie
· Bestuursverslag
· Jaarrekening
De uitvoeringsregeling
geeft aan dat instellingen verplicht zijn een administratie te voeren. Doel van
deze administratie is verantwoording te kunnen afleggen over het gevoerde (financiële)
beleid. De af te leggen verantwoording komt tot uitdrukking in het jaarverslag
van de instelling. Dit jaarverslag bestaat uit 2 hoofdonderwerpen, het
bestuursverslag en de jaarrekening. In het bestuursverslag wordt tekstueel
aangegeven in welke mate de instelling haar beleidsvoornemens en
-doelstellingen in het desbetreffende jaar heeft gerealiseerd en wordt 'vooruit'
gekeken naar het aanstaande jaar. In de jaarrekening wordt inzicht gegeven in
de
gerealiseerde inkomsten en
uitgaven en vindt een vergelijking met de begroting plaats.
Stappenplan
In onderstaande tabel is
een stappenplan opgenomen. Per onderwerp is een actie / maatregel benoemd die
door de instelling moet worden uitgevoerd.
Onderwerp Actie /
maatregel Verantwoordelijke Deadline
Beleidsmatig
Passen de huidige
formele documenten en de
feitelijke
werkzaamheden binnen de kaders van
algemeen nut beogende
instellingen.
Toetsen of eigen
regelgeving
(waaronder de
statuten) voldoet aan de
nieuwe fiscale regels.
Bestuur
Eventueel aanpassen
van de eigen
regelgeving.
Bestuur
Actueel beleidsplan
Opstellen van het beleidsplan.
Onderwerpen voor het
beleidsplan zijn:
· Concrete
doelstellingen voor de
komende jaren
· Beheren
en gelden
· Criteria
voor het besteden van gelden
· Onkosten
en vacatiegelden
· Motivering
risicoprofiel
· Financiële
paragraaf
Bestuur
Financieel
Meerjarenbegroting
Opstelling meerjarenbegroting die de
financiële 'vertaling'
van het
beleidsplan vormt.
Financieel Besturen xx
Financiële
administratie (opzetten en) voeren van een adequate
en transparante
administratie. Houd
per persoon bij welke
vergoedingen
zijn uitbetaald.
FB's
Bestuursverslag
Jaarlijks opmaken van een
bestuursverslag dat
onderdeel uitmaakt
van de jaarstukken.
FB's
Jaarrekening Jaarlijks
opstellen van de jaarrekening FB's
Fiscaal
Verzoek indienen bij
belastingdienst voor
rangschikking ANBI
Bestuur
Deze informatie stuur je
naar Den Bosch:
Stuur deze brief met
beleidsplan en begroting naar Den Bosch:
Belastingdienst/Oost-Brabant/kantoor
’s-Hertogenbosch
ANBI Team
Postbus 70505
5201 CG
’S-HERTOGENBOSCH
Hieronder is een voorbeeld
van een brief om je ANBI aan te vragen.
Kerkgenootschap [naam]
Adres
Aan Belastingdienst/Oost-Brabant/kantoor
's-Hertogenbosch
ANBI Team
Postbus 70505
5201 CG ’s-HERTOGENBOSCH
woonplaats, datum
Betreft: aanvraagformulier
groepsbeschikking
Geachte heer/mevrouw,
In het kader van de ANBI
verzoeken wij u vriendelijk een aanvraagformulier beschikking te verzenden naar
ondergetekende.
De beschikking heeft
betrekking op het volgende kerkgenootschap:
Kerkgenootschap xx
(fiscaalnr.xxx) adres
In afwachting op uw
reactie verblijf ik,
Met vriendelijke groet,
Penningmeester xx
Kerkgenootschap xx
Zorg dat
je een financieel bestuur aanstelt:
Stel een betrouwbare en
slagvaardig financieel bestuur aan: dat is een voorzitter, secretaris en een
penningmeester die de lopende financiële zaken bijhoudt. Controleer de
administratie ieder kwartaal vanuit het bestuur, want je bent hoofdelijk
verantwoordelijk voor de financiële huishouding. Gaat het mis, dan draait het
bestuur er privé voor op.
BTW
dragend?
Wanneer moet je BTW
afdragen of moet je een BTW nummer hebben? Nee, als
kerkgenootschap ligt het
niet in de aard van het rechtspersoon om handel te drijven. Daarom geen BTW
nummer. Je mag tot een bepaald plafond wel BTW vrij doen. Maak je meer winst
dan een bepaald drempel bedrag wat ieder jaar door de belastingdienst wordt
vastgelegd, dan moet een deel van het kerkgenootschap BTW dragend worden. Dan
kun je beter een aparte stichting of vereniging oprichten of een eenmanszaak.
Kamer van Koophandel
nummer:
Die heb je sinds 2010
nodig als kerkgenootschap. Wil je toch BTW terugvragen over je inkopen dan zul je
een andere rechtspersoon moeten oprichten. Je zal dan producten moeten verkopen
als ondernemer. Ga naar een accountant en informeer hoe dat zit.
Een vereniging of een
stichting kan dat wel maar dan kunnen alle leden meestemmen. Wil je dat?
Nog een voordeel is dat
een kerkgenootschap aan veel minder regels gebonden is dan een Vereniging of
Stichting.
Maak een
archief aan:
Bewaar je financiële
jaarverslagen, facturen en bonnetjes, declaraties en andere financiële bewijsstukken
minstens 7 jaar samen met agenda’s en planningen. De belastingdienst zal je niet
jaarlijks vragen om een jaarrapport maar kan wel alles opvragen voor 7 jaar
terug en dan moet je het wel hebben. Zorg ervoor dat het duidelijke en
overzichtelijk op papier staat zodat je er na 7 jaar nog weet waar het over
ging. Iedere financiële uitgave waar geen factuur of bonnetje tegenover staat
word als salaris gezien en daar kan je een belastingaanslag voor verwachten.
Iedere uitgave zal moeten bouwen aan de visie in de statuten anders is het
aanvechtbaar.
Kijk uit dat je privé
informatie niet op straat laat liggen: Geef aan niemand informatie over de
verbinding tussen de gevers en hun bijdrage. Zelfs de belastingdienst moet daar
andere wegen voor vinden dan door jou administratie. Het is de wet op privacy
die dit beschermt. Bescherm je ledenlijst en je menseninformatie zoals
pastoraat
rapporten en dergelijke.
Je bent strafbaar als deze zaken openbaar komen.
Verzekeringen:
Welke verzekeringen heb je
nodig?
Heb je een gebouw dan ben
je al heel wat verplicht wat verzekeringen betreft. Brand en financieel heb je
meteen al verplichte verzekeringen. Je apparatuur zoals geluid installatie kun
je verzekeren tegen brand en diefstal maar die hebben een afschrijftijd (een
paar jaar) waarna zij niets meer waard zijn. Aansprakelijkheidsverzekering neem
je alleen als je weet welke aansprakelijkheid je wilt verzekeren. Is er een
gebied dat je risicovol vind: verzeker dat dan. Werk je met kinderen, denk dan
aan aansprakelijkheid van de ouders vanwege de leiders die je aanstelt
(pedofielen)
of schade aan kinderen
door verkeerde bouw of installatie van je kinderafdeling.
Vraag jezelf af: waar loop
ik risico? Waarover kan iemand mij aanklagen?
Heb je een huurzaal en wil
je aansprakelijkheid verzekeren op schade aan hun gebouw, ramen, deuren, of
inboedel. Maak je gebruik van het vervoer van iemand anders?
Vergoedingen:
Om een duidelijk beeld te
hebben van wat wel en niet vergoed wordt door de
kerkgenootschap, is het
raadzaam een vergoedingenlijst te maken waar het bestuur het over eens is.
Kilometervergoedingen voor predikers, spreekvergoeding voor predikers en dergelijke
zaken kunnen hier in vermeld staan. Dan hoeft de penningmeester niet constant
te bellen naar het bestuur als iemand een vergoeding nodig heeft.
Starten
met personeel in dienst te nemen:
Dit doe je pas als je meer
dan 200 leden hebt.
Je kan beter als ZZP'er
(Zelfstandige Zonder Personeel) beginnen.
Rechtpositie
In het burgerlijk wetboek
is geregeld waar formele arbeidsverhoudingen minimaal aan zouden moeten
voldoen. Het burgerlijk wetboek zorgt voor een minimaal aan afspraken. Daarin
staan in ieder geval de basis van de rechten en plichten van zowel de werknemer
als de werkgever vermeldt. Dit richt zich vooral op de belangrijkste primaire
en secundaire arbeidsvoorwaarden. Deze worden bij indiensttreding tweezijdig
overeengekomen en vastgelegd.
De arbeidsovereenkomst
Zodra iemand voor een
stichting, b.v., vennootschap, kerkelijke organisatie, etc. voor een afgesproken
loon werk verricht, dan is er sprake van een individuele arbeidsovereenkomst. In
een arbeidsovereenkomst moeten in ieder geval de volgende punten worden
opgenomen:
· naam, adres en
woonplaats van werkgever en werknemer;
· de functie van de werknemer
en/of aard van de werkzaamheden;
· de standplaats(en) van
de werknemer;
· het tijdstip van
indiensttreding;
· de aard van het
dienstverband (bepaalde of onbepaalde tijd);
· de eventuele proeftijd
en de opzegtermijn;
· de werktijden;
· het bruto loon;
· aantal contracturen;
· het aantal
vakantiedagen;
· de eventuele
pensioenregeling;
· het eventueel van
toepassing zijn van een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO).
Zowel werkgever als
werknemer dienen de arbeidsovereenkomst te ondertekenen om het rechtsgeldig te
laten zijn. Echter ook een mondelinge overeenkomst (mits op enige wijze aantoonbaar)
is rechtsgeldig. Advies is om alles wat in arbeidsvoorwaardelijke zin wordt afgesproken
zwart op wit vast te leggen.
Toepassing CAO
We onderscheiden twee soorten
CAO's: een bedrijfstak cao en een onderneming cao. Een bedrijfstak cao wordt
afgesloten tussen één of meer werkgevers(organisaties) en één of meer
werknemers(organisaties). Een onderneming CAO wordt afgesloten tussen één
werkgever met één of meer werknemersorganisaties en geldt voor deze specifieke
onderneming (bv
Philips, NS, etc).
Deelname aan een CAO kan niet zomaar. De wet CAO schrijft voor dat in de statuten
van de werkgevers- en werknemersverenigingen moet staan dat zij bevoegd zijn
tot het afsluiten van een CAO. Deze wet bepaalt ook dat de werkgevers- en werknemersverenigingen
die een CAO afsluiten, verplicht zijn om de CAO aan hun leden te verstrekken.
Voor sommige bedrijfstakken geldt er een door de minister afgekondigde algemeen
verbindende verklaring (avv). Voor Jubilee is bovenstaande situatie niet van
toepassing. Het is dus niet mogelijk om deel te
nemen aan een willekeurige
bedrijfstak CAO; zoals bijvoorbeeld CAO-Hoger Beroeps
Onderwijs. Indien Jubilee
afspraken wilt maken met haar eventuele nieuwe medewerkers moet dat, conform
het Burgerlijk wetboek, op individuele basis gebeuren en worden geregeld in het
(individuele) arbeidsovereenkomst. Uiteraard is het wel mogelijk om een
bepaalde CAO als (informeel) voorbeeld te gebruiken. Mijn advies is echter om
niet het CAO-HBO als norm te nemen voor wat betreft secundaire
arbeidsvoorwaarden. Vooral de vakantieregelingen en overige ATV-achtige
constructies zijn m.i. te uitgebreid en niet meer van deze tijd. Dit geldt
overigens voor alle CAO’s
uit het onderwijstak.
Functiewaardering
Het is wellicht wel
mogelijk om aansluiting te zoeken bij het functiewaarderingsbestel van het onderwijs.
In het onderwijs worden onderwijsfuncties conform de systematiek van Fuwasys gewogen
en gewaardeerd. In de huidige functiebeschrijvingen van Jubilee zijn echter
naast de 'onderwijselementen' een aantal andere aspecten in de functie
beschreven die niet te vergelijken en/of te wegen zijn in het systeem.
Mijn advies is om bij het
waarderen van de functies van Jubilee een uitgebreid benchmark onderzoek te
doen naar zowel het toe te passen salarisschaal model en specifieke salariëring
per functie.
(Administratieve)
verplichtingen van de werkgever
Aanmelden bij de
Belastingdienst
Een werkgever dient haar
werknemer (schriftelijk) aan te melden bij de Belastingdienst i.v.m. het
inhouden en afdragen van loonbelasting en premies volksverzekeringen. Daarnaast
is de werkgever verplicht om een (uitgebreid) (loon)administratie bij te
houden. De belastingdienst stuurt de benodigde gegevens ook door naar de
UWV-organisatie. Advies is om vanaf het begin de personeels- en
salarisadministratie en de activiteiten hieromtrent (bv.eerstedagsmelding,
aangifte loonheffing, personeelsdossier, etc) uit te besteden. Personeels- en
salarisadministratie is zeer specialistisch werk en moet nauwkeurig worden
uitgevoerd. Waneer de Jubilee organisatie gaat groeien (naar meer dan 50
medewerkers) is het opzetten van een eigen P&O afdeling een reële optie.
Personeelsbeleid
Mijn advies om vanaf de
start van het in dienst nemen van personeel een basis aan te leggen voor het
personeelsbeleid. In het personeelsbeleid kunnen de o.a. de volgende zaken
worden vastgesteld:
· Ziekteverzuimbeleid
(ziekteverzuim registratie is verplicht door de UWV);
· Vergoedingen;
· Beloning
(salarisontwikkeling, bonus, etc.)
Bovenstaande aspecten zijn
basis elementen die in het personeelsbeleid kan worden
opgenomen. Naar mate de
organisatie gaat groeien kunnen meerdere aspecten zoals: werving &
selectie, opleidingen, functioneringsmanagement etc. aan het beleid worden toegevoegd.
Arbodienst
Aangezien een CAO niet van
toepassing is, is aanmelden bij een pensioenfonds niet
verplicht. Afspraken
hieromtrent worden in onderling overleg, welke vastgelegd worden in het arbeidsovereenkomst,
gemaakt. Er zijn veel pensioenfondsen en verschillende keuzes die op dit gebied
gemaakt zouden kunnen worden. Belangrijk is dat het bestuur van Jubilee en uitspraak
doet over het wel of niet maken van afspraken hierover.
Conclusies:
Hierbij volgen de
belangrijkste stappen en adviezen nogmaals op een rijtje:
· Rechtspositie goed
regelen d.m.v. individuele arbeidsovereenkomst;
· CAO is niet van
toepassing;
· Uitgebreid onderzoek (benchmark)
doen naar functiewaardering en toepassing van
salarisschalen;
· Aanmelden bij de
Belastingdienst (één loket, Belastingdienst geeft gegevens door aan het UWV);
· Personeels- en
salarisadministratie uitbesteden;
· Aanmelden bij een
arbodienst;
· Besluiten toepassing
pensioenen;
· Ontwikkelen
(basis)personeelsbeleid.
Zelfstandige
Zonder Personeel:
In het begin gebruiken wij
de status Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP) of freelancer om onze pastors een
legale werknemer status te geven die de belastingdienst kan herkennen. Voordeel
is dat iedereen zijn eigen administratie doet en de bediening alleen een
sleutel hoeft te verzinnen om de tienden te verdelen onder de fulltimers en
deeltijds mensen.
Algemene
tips:
Zorg voor
verslaglegging van je vergaderingen:
Je besluiten zijn
belangrijk voor de voortgang van je plannen. Voordat je een vergadering belegt,
laat een agenda uitgaan van de vergadering. Leer de secretaris dit minstens een
week voor de vergadering uit te zetten. Tijdens je vergadering, laat iemand een
verslag schrijven zodat je terug kan komen op wat besloten is en wie aanwezig
was.
Bedenk
van tevoren wat je wilt doen in je vergadering:
Om snelheid en
effectiviteit te bewaren in je vergadering, zorg ervoor dat je weet wat je wilt
bereiken met je vergadering. Je prioriteitlijst zijn de kansen en bedreigingen
die je hebt om je visie te bereiken. De meest belangrijke staat boven aan.
Iedere kerk, afdeling en team heeft zijn eigen prioriteitlijst. De voorzitter
van de vergadering ontwerpt deze twee weken voor je volgende vergadering. Een
plan start met een besluit om een project prioriteit te geven waaruit steeds
actiepunten voort komen totdat je het doel bereikt hebt. Een snelle afhandeling
van de actiepunten
bevordert de
besluitvorming in je vergadering en houd iedereen betrokken en enthousiast. Gebruik
voor de besluitvorming de BOB methode. BOB staat voor Beeldvorming, oordeel en besluit.
De gedachte hiervan is dat als je beeldvorming breed genoeg is en door de
betrokken mensen gedragen word, dan zal je een gebalanceerd oordeel kunne maken
waar je meerdere opties kan beschrijven. Je besluitfase gebruik je om tussen de
opties te kiezen. Wij werken niet met een volledige consensus voordat wij een
besluit maken. De voorzitter heeft daar de verantwoordelijkheid om na rijp
beraad een besluit te maken zodat het plan
proces niet 'te lang'
duurt. 'Te lang' wordt gedefinieerd door wat je organisatie bureaucratisch gaat
noemen. Het is een afweging tussen genoeg tijd nemen om tot rijp beraad te
komen en snelheid en dynamiek te waarborgen in je besluitproces.
Ontwerp je vergadering
twee weken voordat je daadwerkelijk gaat zitten met je team. Deel je agenda in
zodat jij je actiepunten doormeent, de hartslag van je organisatie hoort van
ieder teamlid, je prioriteiten bespreekt, besluiten maakt en actiepunten
uitdeelt en dan rond je de vergadering af met actueel mentorschap om te kunnen
ontwikkelen in uitmuntendheid.
Bijlage: Een voorbeeld
Statuut
Statuten Kerkgenootschap
A k t e uitgave 0x
Woonplaats, x november
20xx
Comparanten:
1. De heer xxx legitimatie
paspoort nummer xx, pastor, geboren te xx op xx
negentienhonderdxx,
wonende te xx, gehuwd.---
2. De heer xx, legitimatie
rijbewijs nummer xx, leraar, geboren te xx op xx
negentienhonderdxx, xx, gehuwd.
3. De heer xx, legitimatie
rijbewijs nummer xx, gemeente-ambtenaar, geboren te Ax op xx negentienhonderdxx,
wonende te xx, ongehuwd.—
De comparanten verklaarden
bij deze akte de statuten van Kerkgenootschap xx, een
Kerkgenootschap als
bedoeld in artikel 2 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zoals opgesteld op 24
juni 2004 opnieuw en ongewijzigd vast te leggen, als volgt:
--------------------------------NAAM
EN ZETEL----------------------------
-----------------------------------ARTIKEL
1-------------------------
Het Kerkgenootschap draagt
de naam xx en is gevestigd in de gemeente xx.
-----------------------AARD
VAN HET KERKGENOOTSCHAP----
-----------------------------------ARTIKEL
2---------------------------
1. Het Kerkgenootschap is
gebaseerd op de Bijbelse opvatting dat alle ware gelovigen leden zijn van het
lichaam waarvan Jezus Christus het hoofd is. 'En Hij heeft alles onder Zijn
voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente die
Zijn lichaam is, vervuld met Hem, Die alles in allen volmaakt.' Efeze 1: 22-23.
Daarom is het lichaam van Christus een organisme en vervolgens een organisatie.
Een organisme, gevormd op de dag van Pinksteren door de werkzaamheid van de
Heilige Geest. 'Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de
leden van het lichaam hoevelen ook, één lichaam vormen, zo
ook Christus, want door
één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken,
hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij in één Geest gedrenkt.' (1 Kor.
12:12-13). Dit lichaam, aldus gevormd, kunnen wij niet scheppen noch
veranderen, noch opheffen noch daaraan toevoegen. En daar het ontstaan is door
een daad van God, is het de plicht van elke gelovige om te erkennen wat God
heeft gedaan. Ook is het onze plechtige verantwoordelijkheid om manieren en
wegen te vinden om praktisch werkende verhoudingen te vinden tussen de
gelovigen, die Christus geplaatst heeft in Zijn Kerk om de Goddelijke zending
op aarde te vervullen.
2. Het Kerkgenootschap
bestaat uit een christelijke gemeente te Zwolle. Daarnaast erkent het Kerkgenootschap
geassocieerde gemeenten en worden als zodanig door het Kerkgenootschap erkend,
zolang zij geassocieerd zijn met het Kerkgenootschap en zich houden aan de
doelstellingen en fundamentele waarheden van het Kerkgenootschap.Bepalingen
hiervoor worden vastgesteld bij het huishoudelijk reglement.
3. Elke gemeente heeft een
zelfstandig bestuur binnen het raamwerk van deze statuten en het huishoudelijk
reglement van het Kerkgenootschap en erkent het geestelijke gezag, het toezicht
en de inspraak van de apostolische bediening, uitgeoefend door de opzieners/oudsten.
----------DOELSTELLING VAN
HET KERKGENOOTSCHAP ------------------------------ARTIKEL
3
-------------------------------------------
Het Kerkgenootschap heeft
ten doel:
1. Christus te erkennen
als Almachtig Hoofd van de Kerk over de gehele wereld en het Woord van --God te
onderwijzen aan alle volkeren. ------
2. Alle ware gelovigen te
erkennen als leden van het lichaam van Christus;
3. De apostolische zending
te benadrukken, aan te moedigen en te bevorderen en
gemeenten te vestigen, die
een plaats zijn van aanbidding van de Almachtige God; een plaats die een
christelijke gemeenschap verschaft aan alle personen, die hetzelfde kostbare
geloof belijden en waar de Heilige Geest geëerd wordt;
4. De verantwoordelijkheid
te accepteren om de grote opdracht te vervullen namelijk de verbreiding van het
Evangelie en de volken tot Zijn discipelen te maken (Mattheüs 28: 18);
5. Eenheid en gemeenschap
tussen leden van het lichaam van Christus te vestigen;
6. De fundamentele
waarheden, omschreven in artikel 4 van deze statuten, te onderschrijven;
7. Diensten tot de
gemeente behorend op te richten, voor het verbreiden van het Evangelie en het werk
zoals omschreven in de statuten;
8. Kandidaten aan te
stellen voor de bediening, zoals omschreven in artikel 6.1. En als zij beproefd
blijken te zijn, vervolgens te bevestigen als opzieners naar de eisen gesteld
in het Nieuwe Testament.
----------VERKLARING VAN
DE FUNDAMENTELE WAARHEDEN --
--------------------------------ARTIKEL
4 --------------------------
1.De ene ware God.
God heeft Zichzelf
geopenbaard als de eeuwige, zelfbestaande 'IK BEN', de Schepper van het heelal
en de Verlosser van de mensheid (Deuteronomium 6:4; Exodus 3: 14; Jesaja
43:10,11); God heeft Zichzelf geopenbaard als drieëenheid, Zich manifesterend in
Vader, Zoon en Heilige Geest (Jesaja 48:16; Mattheüs 28:19; Lucas 3:22).
2.De Schriftuurlijke
Inspiratie en grondslag.
De gemeente erkent de
Bijbel als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God en aanvaardt
derhalve de Bijbel als grondslag en enige absolute richtlijn voor het
functioneren van de gemeente.
3.De Godheid van de Here
Jezus Christus.
De Here Jezus Christus is
de eeuwige Zoon van God en als zodanig delende in de
Goddelijkheid en de
Godheid van God (Mattheüs 1:23; Johannes 5:22-23; Johannes 1:1; Hebreeën
1:1-13)
4.De Heilige Geest.
De Heilige Geest is
gezonden door de Vader op het gebed van Jezus en Hij deelt in de Goddelijkheid
van de Godheid van God (Psalmen 139:7-10 en Lukas 1:35)
5.Erfzonde en zondeval van
de mens.
De mens werd rechtschapen
en goed geschapen; want God zei: 'laat Ons mensen maken naar Ons beeld, als
Onze gelijkenis' (Genesis 1:26). De eerste mens, Adam, ontviel door ongehoorzaamheid
aan de genade Gods en zo kwam de zonde in de wereld en door de zonde de dood.
De overtreding van Adam haalde niet alleen de schuld van de natuurlijke dood
over de mens, maar ook de eeuwige afscheiding van God (Genesis 2:17; 3:6-24).
6.De redding van de mens.
De enige hoop op
verlossing en redding van de mens uit de macht van de zonde is door het vergoten
bloed van de Heer Jezus Christus (Handelingen 4:12; Romeinen 5:8-12; Jacobus 1:21;
Efeze 2:8).
7.Christus de enige
herder.
Jezus Christus is de Goede
Herder (Johannes 10:11) en de Grote Herder (Hebreeën 13:20). Er wordt in het
Nieuwe Testament slechts naar één geestelijke herder verwezen en dat is Jezus
Christus (Johannes 10:16).
8.De kerk en haar zending.
De kerk is het lichaam van
Christus, de woonstede van God door de Heilige Geest met Goddelijke opdracht
voor het vervullen van haar grote taak. Elke gelovige, geboren uit de Geest,
maakt deel uit van de algemene kerk van de eerst geborenen, die zijn
ingeschreven in de hemel (Efeze 1:22; Hebreeën 12:23). Omdat het Gods bedoeling
ten aanzien van de mens is het zoeken naar wat verloren is, om door de mens
aanbeden te worden en om een lichaam van gelovigen op te bouwen naar het beeld
van Zijn Zoon, is het de verantwoordelijkheid van de kerk om:
a. een werktuig te zijn
voor het beëvangeliseren van de wereld en alle volkeren tot discipelen van
Jezus Christus te maken (Handelingen 1:8; Mattheüs 28:19; Markus 16:15,16);
b. een gemeenschappelijk
lichaam te zijn waarin God aanbeden kan worden (1 Korinthe 12:18-28).
c. een kanaal te zijn van
Gods doeleinden, om een Gemeenschap van heiligen te vormen, vervolmaakt naar
het beeld van Zijn Zoon (Efeze 4:11-16; 1 Korinthe 12:28).
9. De door God verordende
gebruiken van de kerk.
a) De doop in water.
De opdracht tot dopen door
algehele onderdompeling in water wordt in de Schriften gegeven. Allen, die
berouw hebben over hun zonden en die geloven in Jezus Christus van Nazareth als
Redder en Heer, dienen gedoopt te worden. Dit is een verklaring aan de wereld,
dat zij zich verenigen met Christus in Zijn dood en met hem opgewekt zijn in
een nieuw leven (Mattheüs 28:19; Handelingen 10:47,48; Romeinen 6:4).-
b) Het avondmaal of de
maaltijd des Heren.
Het avondmaal bestaande
uit de elementen brood en de beker met de vrucht van de wijnstok, is het
zinnebeeld van ouds deel te hebben aan de goddelijke natuur van onze Heer Jezus
Christus (2 Petrus 1:4), een gedenken aan Zijn lijden en een voorzegging van
Zijn tweede komst (1 Korinthe 11:26). Alle gelovigen nemen aan het avondmaal
deel 'totdat Hij komt'.
10. Goddelijke genezing.
In het Oude Testament
wordt goddelijke genezing verschaft (Exodus 15:23-26; Psalmen 103:1-3; Jesaja
53: 4-5) en dit vormt een wezenlijk deel van het Evangelie (Mattheüs 8:16,17; Handelingen
5:16).
11. De doop in de Heilige
Geest.
De doop in de Heilige
Geest wordt gewoonlijk aangetoond door het spreken in andere tongen zoals de
Geest van God te uiten geeft (Handelingen 2:4). Met de doop in de Heilige Geest
komt de bekleding met kracht, met leven en dienstbaarheid, de schenking van de
gaven, bekwaamheden, de vrucht van de Heilige Geest en hun gebruik in de
bediening van het lichaam van Christus (Lukas 24:49; Handelingen 1:4, 8; 1
Korinthe 12:1-31). Deze ervaring is onderscheiden van, en een gevolg van de
wedergeboorte (Handelingen 8: 12-17; 10:44,48; 19:1-6).
12. De tweede komst van
Christus.
De tweede komst van
Christus omvat de opname van de Kerk (1 Thessalonicenzen 4:16-17), gevolgd door
de feitelijke, zichtbare wederkomst van Christus met Zijn heiligen (de Kerk) om
met hem op de aarde te regeren (Zacharia 14:5; Mattheüs 24:27-30; Openbaringen
1:7; 19:11- 14; 20:1-6).
13. Het laatste oordeel.
Er zal een laatste oordeel
zijn waarin de verdorven zondaars worden opgewekt en vervolgens geoordeeld naar
hun werken. Wie niet staat opgetekend in het boek des levens zal samen met de
duivel en zijn engelen, het beest en de valse profeet opgesloten worden tot eeuwigdurende
straf in de poel, die brand van vuur en zwavel: dit is de tweede dood (Markus 9:43-48;
Openbaringen 20:11-15; 21:8)
14. De nieuwe hemel en de
nieuwe aarde.
'Wij verwachten echter
naar Zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar
gerechtigheid woont' (2
Petrus 3: 13).
--------------------------------LIDMAATSCHAP--------------------
----------------------------------ARTIKEL
5 -------------------------------
1.Leden van het
Kerkgenootschap zijn zij, die:
a) Het fundament van
Hebreeën 6:1-2 als grondslag voor hun leven hebben aanvaard;
b) De wens tot invoeging
in de gemeente aan de opzieners / oudsten hebben kenbaar gemaakt, de visie
ondersteunen, het beleid accepteren en zich onder gezag en geestelijke bescherming
van het Kerkgenootschap stellen;
c) Als zodanig door de opzieners
/ oudsten zijn aanvaard.
2. Leden hebben recht op
de raadgevende en diaconale zorg van de gemeente.
3. Leden blijven lid
totdat zij zich als zodanig hebben onttrokken. De opziener / oudstenraad is bevoegd
vast te stellen dat een lid zich als zodanig heeft onttrokken.
4. Uitsluiting van het
kerkgenootschap.
Na getracht te hebben
personen met het kerkgenootschap te verzoenen in overeenstemming met Mattheüs
18:15-17, moeten de volgende
a) Zij die de leer van
Jezus Christus van Nazareth geheel of voor een deel afwijzen (2 Johannes 9-11);
b) Zij die schuldig
blijven aan immoraliteit (1 Korinthe 5:9-11);
c) Zij die weerbarstig
zijn en zich ongepast gedragen (2 Thessalonicenzen 3:6-13);
d) Zij die scheiding
teweeg brengen (Romeinen 16: 17);
e) Zij die als
overheersende, twistzieke leiders verdeeldheid brengen, zij mogen niet
nagevolgd worden (3
Johannes 9-11) De opzieners / oudsten moeten unaniem, met inachtneming van
artikel 6 lid 2, besluiten het lidmaatschap toe te kennen, af te wijzen of te
beëindigen.
-----------------BESTUUR
VAN HET KERKGENOOTSCHAP --------------
--------------------------------ARTIKEL
6 ---------------------------------
1. OPZIENERS / OUDSTEN.
Het bestuur van het
kerkgenootschap wordt uitgeoefend door opzieners / oudsten.--
a) Opziener / oudste wordt
gezien als een taak en niet noodzakelijk erkend als een roeping. Van de
opzieners / oudsten wordt verwacht, dat zij aan de eisen genoemd in het Nieuwe Testament
in 1 Timothëus 3: 1-13 voldoen en zij kunnen aanblijven zolang zij de taak van opziener
/ oudste waardig zijn. ----------------------------------
b) De opzieners / oudsten
raad kan een van zijn leden, die zijn taak niet vervult of door praktische
redenen of gezondheidsredenen niet in staat is zijn taak te vervullen,
ontslaan.
----------------------------------------
c) Nieuwe kandidaten
worden gekozen en aangesteld door de bestaande opzieners /
oudsten.-----------------
d) De opzieners / oudsten
zullen aangewezen worden naar de deugdzaamheid van hun bediening, gaven /
bekwaamheden en hun levenswandel. De opzieners / oudsten vormen tezamen de
opziener / oudsten raad. Andere leden van het Kerkgenootschap kunnen gevraagd
worden mede te werken met de opziener / oudsten raad in een adviserende
functie, ofwel in enige andere functie naar het besluit van de opziener /
oudsten raad.
e) De opziener / oudsten
raad zal toezien op de handelingen en de financiële
aangelegenheden van het
Kerkgenootschap en stelt een financieel bestuur aan als uitvoerend lichaam van
hun besluit.
1. De opziener / oudsten
raad wijst de voorzitter, penningmeester en een secretaris van het financieel
bestuur aan.
g) De leidende opziener /
oudste draagt de eindverantwoording over het Kerkgenootschap.
h) De leidende opziener /
oudste behoudt zijn taak tenzij hij vrijwillig vertrekt, of als het bepaalde in
j van toepassing is.
i) De leidende opziener /
oudste zal als visiedrager verantwoordelijk zijn om de weg te ontwikkelen en te
realiseren die door de Heilige Geest aan hem is gegeven.
j) Als de leidende
opziener / oudste zijn taak beëindigt als gevolg van een nieuwe
levensroeping, is het de
plicht van de vertrekkende, leidende opziener/oudste samen met deopzieners /
oudsten raad in gebed en vasten een nieuwe leidende opziener / oudste te zoeken.
2. BESLUITVORMING.
Besluiten van de
vergadering van de opzieners / oudsten raad kunnen alleen doorgevoerd worden
indien deze unaniem genomen zijn. Als een besluit niet eenstemmig genomen is,
kan de leidende opziener / oudste het te nemen besluit nemen.
3. DIAKENEN.
De diakenen worden gekozen
door de plaatselijke voorganger en opziener / oudste en worden door hen
bevestigd naar de eisen van het Nieuwe Testament en zij zullen dienst doen als
dienaren in de plaatselijke gemeente (1 Timothëus 3:8-13).
4. GELDELIJKE MIDDELEN.
Het geld voor het
onderhoud van het werk van het Kerkgenootschap en voor de uitbreiding van het
Koninkrijk van God wordt opgebracht door vrijwillige tienden en offergaven,
legaten, erfstellingen en baten.
-------------------------HET
WIJZIGEN VAN DE STATUTEN ----------
-------------------------------------ARTIKEL
7 ----------------------------
Deze statuten kunnen niet
gewijzigd worden dan na een speciaal besluit van de opzieners / oudsten raad.
---------------------HUISHOUDELIJK
REGLEMENT ----------------------
---------------------------------ARTIKEL
8 --------------------------------
De opziener / oudsten raad
kan naar behoefte een huishoudelijk reglement vaststellen: -
a) Voor de handeling van
het Kerkgenootschap en voor het Kerkgenootschap in het algemeen voor het juist
en doeltreffend leiden van het Kerkgenootschap en voor het toezien op haar werkzaamheid;
b) Voor het wijzigen van
deze statuten, mits niet wordt afgeweken van:
1. De doelstelling als
omschreven in artikel 3;
2. De verklaring van de
fundamentele waarheden, als omschreven in artikel 4;
3. De basis van kerkelijk
bestuur als omschreven in artikel 6;
c) Voor de verschillende
activiteiten, die van tijd tot tijd binnen het Kerkgenootschap kunnen worden
gevoerd.
------------ DE
BEVOEGDHEID VAN DE OPZIENERS/OUDSTEN -
--------------------------------ARTIKEL
9----------------------------------
De leidende
opziener/oudste en, bij zijn ontstentenis of belet, twee andere
opzieners/oudsten gezamenlijk vertegenwoordigen het Kerkgenootschap in en buiten
rechte en is/zijn bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, die de
opziener / oudsten raad in het belang van het Kerkgenootschap acht. Tenzij
nadrukkelijk bij een besluit aan een ander opdragen, berust de uitvoering van
een besluit van de opzieners / oudsten raad bij de leidende opziener / oudste
---------------------------------OPHEFFING
-------------------------------
---------------------------------
ARTIKEL 10 -----------------------------
1. Tot opheffing van het
Kerkgenootschap kan ten alle tijde door de opziener / oudsten raad worden
besloten.
2. Bij eventuele
ontbinding van het Kerkgenootschap vervallen al haar bezittingen aan een door
de opziener / oudsten raad aangewezen ander Kerkgenootschap of aan een andere rechtspersoon
die een gelijk doel heeft.
------------------------------
SLOTBEPALINGEN -------------------------
-----------------------------------
ARTIKEL 11 ----------------------------
1. Het Kerkgenootschap kan
in rechte dagen of gedaagd worden en wordt in geval van rechtsgeschillen
vertegenwoordigd door de leidende opziener / oudste. De opzieners /oudsten raad
kan voor dit doel ook een andere persoon of andere personen aanwijzen.
2. Over alle zaken waarin
deze statuten niet voorzien zullen door de opziener / oudsten raad besloten
worden. ---------------------------------
3. Bij twijfel of
geschillen over de juiste uitleg of beoordeling van deze statuten beslist de leidende
opziener / oudste.-----------------------------
Tenslotte verklaarden de
comparanten dat de heer xx als leidende opziener / oudste fungeert van het bij
deze akte opgerichte Kerkgenootschap.
------------------------------------
WAARVAN AKTE. --------------------------------------------------