Thursday, 11 April 2013

Bulgaarse wijnen terug van weggeweest


Vooral in de jaren '80 van vorige eeuw palmden de spotgoedkope (2 à 3 euro) Bulgaarse wijnen de Europese rekken in. Miljoenen kartons Merlot, Chardonnay of Xabernet werden gulzig gedronken door de niet té veeleisende consument. En toen zakte het Bulgaarse sprookje als een soufflé in elkaar. Maar: Bulgaria is back.

Tip 1: Van Dionysos tot Karl Marx

We spreken in wijntermen zo vaak over de Nieuwe Wereld - waarmee we dan o.a. Zuid-Afrika, Australië, Chili, Argentinië,... bedoelen -, maar vergeten daarbij dat er ook nog ‘nieuwe’ gebieden liggen in bijvoorbeeld  Centraal -en Oost-Europa, die uit hun winterslaap ontwaken. Nieuw in de zin van: dringend opnieuw te ontdekken. Bulgarije beantwoordt perfect aan dit cliché. Archeologische studies situeren het begin van de wijncultuur er reeds tussen 6.000 à 3.000 voor christus, met de Thraciërs als grote pioniers. Ze legden er massaal wingerds aan, introduceerden nieuwe landbouwtechnieken en ontwikkelden zelfs speciale instrumenten voor het werken in de wingerd en de eigenlijke vinificatie. Thracië, regio die later de kern van het huidige Bulgarije zal worden, was ook het toneel van de eerste feesten ter ere van Dionysos en van de wijn.

Toch gek dan dat dit pioniersland eeuw na eeuw verder wegzakt op de kwaliteitshitparade, met als dieptepunt de communistische bewindsperiode, toen de wijnindustrie een puur staatsmonopolie werd. Bulgarije was toen een megavolumeproducent, zelfs nummer 5 op wereldvlak, die toen massaal amper 80-Belgische frank kostende Merlots, Chardonnays of  Cabernet Sauvignons op de Europese markten losliet. De meeste wijntjes smaakten in die tijd echter zoals het toenmalige staatsapparaat: saai of simplistisch. Veel druivenmateriaal werd trouwens ook in buurlanden aangekocht om dan in Bulgarije tot ‘eigen wijn’ omgetoverd te worden.



Tip 2: Wachten op beterschap

We moeten dan ook wachten tot de val van het communisme in 1989 vooraleer de Bulgaarse wijnmakers stilaan konden afkicken van dit voor hen zeker knellende systeem. Het sleutelprobleem waarmee de wijnindustrie echter daarna jarenlang worstelde was enerzijds de moeizame herverdeling van het landbouwland (1995-2000) en anderzijds de nog complexere privatisering van de wijndomeinen (1998), waardoor er zelfs een druivenschaarste ontstond. In een mum van tijd halveerde  niet alleen de export, maar ook de oppervlakte wijngaarden die nog werden geëxploiteerd kromp sensationeel.

Tegelijk vormde deze aartsmoeilijke periode ook het keerpunt, zeker toen stilaan vers investeringskapitaal binnenstroomde - o.a. via Franse en Italiaanse wijnhuizen of Bulgaren die in het buitenland fortuin hadden gemaakt -, samen met de broodnodige moderne oenologische knowhow, apparatuur en marketingtechnieken. Zo investeerde de Italiaanse schatrijke textielbaron Edoardo Miroglio vlotjes 22 miljoen euro in zijn Bulgaars domein. Sindsdien ontstonden, naast een aantal grotere wijnbedrijven, ook steeds meer boutique wineries, die zich toespitsen op premiumwijnen en een kleinschalige productie van dikwijls maar enkele duizenden flessen per oogst.



Tip 3: Het beloofde (wijn)landje?

Eigenlijk gek dat we tot de 21ste eeuw moesten wachten alvorens de Bulgaarse wijn weer stilaan op zijn qui-vive komt. Want troeven voor de productie van kwaliteitswijnen bezit het land in overvloed, met zijn 5 grote wijnregio’s, waarbij de Dounau-vlakte en de Thracische vallei het leeuwendeel van de oogst leveren. Zo bezit Bulgarije - dat tussen haakjes op dezelfde breedtecirkel ligt als Bordeaux of de Italiaanse Abruzzen -

een mozaïek van micro-wijnregio’s, met telkens een ander klimaat (van continentaal tot Mediterraan) en terroir (dichter bij de Zwarte Zee; al dan niet in de greep van het gebergte; diverse bodemtypes,…). Bovendien kunnen de Bulgaren er niet alleen terugvallen op internationale variëteiten - genre  Cabernet Sauvignon, Merlot, Chardonnay, Sauvignon Blanc, Riesling, Pinot Noir,... -, maar ook autochtone soorten zoals de Rkatzeli, Pimid, Dimyat, Melnik, Gamza of Mavrud.

Hierdoor kan er een brede waaier aan stijltypes worden geproduceerd, van droge witte tot mousserende wijnen, zoete likeurwijnen, lichtfruitige rode of zelfs heel krachtige, eikgelagerde rode cuvees. En dat bovendien in alle prijsvorken. We vinden al degelijke Bulgaren voor 6 à 7 euro in onze rekken, maar kunnen evenzo ‘grands crus’ kopen van 25 euro of meer, die soms zonder blikken of blozen naast hun broertjes uit Bordeaux of Bourgogne kunnen staan. Kortom: het potentieel is gigantisch.



Tip 4: Het mengplezier herontdekt

Wat moet u als leek onthouden? Trek u in dit stadium niet teveel aan van formele appellaties of streken, maar kijk vooral naar producenten - interessant zijn wijnhuizen waar buitenlands kapitaal insteekt -  en zeker de druiven(combinaties) op het etiket.

En hier zijn twee trends. Eén: Bulgarije is altijd beresterk geweest op het vlak van mono-cépages (wijnen van één druivensoort), maar naast de internationale klassiekers zoals Merlot of Cabernet, vinden we nu steeds vaker uitstekende inheemse monocuvees op basis van Mavrud of Rubin (kruising tussen Shiraz en Nebbiolo). Het proberen waard.

En twee: de Bulgaarse wijnmakers hebben het plezier van de ‘blends’ ontdekt. Inheemse rassen zoals Mavrud, Rubin of Gamza worden in nieuwe combinaties met internationale variëteiten gemixt, vaak met een flinke eiklagering als ruggensteun.

Kortom: Bulgarije mag dan geregeld politiek en economisch een geurtje van ‘corruptie’ verspreiden, op wijngebied is het één van de beste leerlingen van de klas geworden.

 (bron: www.koken.vtm.be)