Roger Blanpain,
Professor KULeuven
Dank zij de Europese eenheidsmarkt zijn buitenlandse ondernemingen,
uitzendkantoren en zelfstandigen massaal aanwezig op de Belgische arbeidsmarkt.
Aldus worden knelpuntberoepen ingevuld, wat een goede zaak is.
Maar in heel wat gevallen zijn fiscale en sociale fraude schering en
inslag. Werkgevers, die de Belgische wetgeving inzake sociale zekerheid en
arbeid naleven, worden meteen uit de markt geprijsd.
Deze oneerlijke concurrentie is catastrofaal voor onze arbeidsmarkt,
sociale zekerheid en de schatkist.
Controle op deze illegale activiteiten worden bemoeilijkt door het gebrek aan
informatie betreffende de buitenlandse operatoren en aan afdoende samenwerking
tussen de sociale inspectiediensten van de meerdere EU lidstaten.
Dringende maatregelen zijn nodig om de instandhouding van bona fide
ondernemingen, de tewerkstelling en de naleving van onze loons- en
arbeidsvoorwaarden & sociale zekerheid te garanderen.
Sociale fraude
In de EU is de loonkost (loon en sociale zekerheid) een nationale
aangelegenheid. Het verschil in
loonkost tussen de Lidstaten is enorm. Daar waar het minimumloon in ons land
zowat 1.500€ per maand bedraagt – per bedrijfssector ligt dat hoger -
is dit in landen zoals Hongarije, Polen,
Turkey minder dan 400€. In
Bulgarije slechts 123€. Ook de
sociale zekerheidsbijdragen liggen er veel lager.
België is dus een attractieve arbeidsmarkt.
Men mag er van uitgaan dat op een grote bouwwerf waar een 100tal
onderaannemers actief zijn er een 20tal buitenlandse firma’s zijn.
Schijnzelfstandigen
Heel wat werknemers uit Oost-Europa werken bij ons als zelfstandigen. Zo, een
concreet geval van een Belgische
onderneming met 10 werknemers, die een Slovaakse onderaannemer heeft, die 22
Slovaakse zelfstandigen meebrengt.
Of men juridisch al dan niet zelfstandig is wordt in de EU bepaald volgens het
recht van het thuisland, Slowakije dus.
Een formulier A1, afgeleverd door het land van thuiskomst is voldoende.
Een dergelijk formulier wordt in Nederland op gewone vraag van de
werknemer afgeleverd, zonder enig verder onderzoek.
In feite zijn deze zelfstandigen werknemers, die voor één opdrachtgever
werken, meestal aan minder dan 10€ kostprijs per uur.
Sociale zekerheid wordt in het thuisland betaald, zoals gezegd, aan
doorgaans aan veel lagere tarieven.
Buitenlandse ondernemingen met gedetacheerde werknemers
uit andere EU landen zijn massaal op onze arbeidsmarkt aanwezig. Deze
buitenlandse tewerkstelling situeert zich niet enkel in de bouwsector.
Maar ook o.m. in metaalbewerking (in atelier of op de werf),
montageactiviteiten, piping, onderhoud van petro-chemische installaties;
steigerbouw; schoonmaaksector; uitbeenactiviteiten in de slachthuizen en
vleessector; eenvoudige activiteiten in de tuinbouw en serres (verpotten,
spenen, zaaien); verpakkingsactiviteiten; in de groothandel en de tuinbouw
alsmede in cabotage in het goederenvervoer.
De buitenlandse ondernemingen leven in heel wat gevallen onze Belgische loons-
en arbeidsvoorwaarden niet na zodat ze flink onder de gangbare prijs kunnen
werken, hetgeen in ernstige mate voor oneerlijke concurrentie zorgt. Lage
lonen worden eventueel
gecompenseerd met hoge vergoedingen voor vervoer en verblijf, waarop geen
sociale zekerheid, noch belasting wordt betaald.
In feite wordt aan Portugezen en Oost-Europeanen lonen van 4 tot 5€ per
uur betaald. Bulgaren, in een
bepaald geval, €0.80 per uur. Zo was er een Luxemburgse firma, die een
onderneming in Slowakije opricht, die Roemeense chauffeurs aanwerft, die
goederen vervoeren in België voor een distributiecentrum.
Die Roemenen verdienen 200€ per uur.
De Belgische chauffeurs van het distributiecentrum werden afgedankt.
Sociale zekerheid en fiscaliteit – door de band goedkoper – wordt in het
thuisland betaald. De sociale zekerheidsbijdrage in Roemenië in de bouw bedraagt
slechts 37 % tegen meer dan 130% in België.
Buitenlandse uitzendkantoren,
zonder erkenning, zijn illegaal actief in ons land met werknemers uit andere
landen. Zo Nederlandse
uitzendbureaus met Poolse of Portugese werknemers.
Het is daarenboven een feit dat uitgebuite buitenlandse werknemers
niet opkomen voor hun rechten.
Ze vrezen voor hun job.
Sociale Inspectie. Gebrek aan
informatie
Een levensgroot probleem is het feit dat
controle van deze buitenlandse operatoren schier
onmogelijk is. Er zijn geen of
weinig gegevens over deze firma’s.
Van een Belgische werkgever kan de Sociale Inspectie via opzoeking van de KBO
(Kruispuntbank Ondernemingen) en het Rijksregister de bedrijfsgegevens en
identiteit van de verantwoordelijke(n) nagaan.
Bij een buitenlandse werkgever, die (helemaal) niet meewerkt en ter zake
geen of onvolledige gegevens verstrekt (hij reageert niet, bezorgt geen
vergelijkbare loondocumenten) kunnen de betrokken bedrijfsgegevens en
identiteitsgegevens in beginsel aan buitenlandse inspectiediensten gevraagd
worden.
De inspectiedienst van het land van herkomst aan wie inlichtingen (volledige
bedrijfsgegevens, identiteitsgegevens, loonbrieven, prestatielijst, facturen)
gevraagd worden, antwoordt in heel wat gevallen nogal laattijdig (Duitsland,
Nederland…soms van 3 tot 6 maand) of helemaal niet (V.K. om zgz. redenen van
privacy). Zo liet de Bulgaarse
inspectie weten dat zij geen informatie kom geven over 120
Bulgaren, die hier waren tewerkgesteld.
Als er dan toch informatie komt is de betrokken onderneming in heel wat
gevallen met de noorderzon verdwenen of heel eenvoudig failliet.
De Belgische arbeidsmarkt ondermijnd: sociale ramp
De
praktijk leert dat Belgische ondernemingen-gebruikers al te vaak gebruik maken
van buitenlandse onderaannemers met gedetacheerd personeel die prijzen aanbieden
die absoluut niet marktconform zijn.
Men weet zeer goed dat de door buitenlandse ondernemingen gehanteerde gangbare
prijzen van 14 tot 21 € per uur (en alles in de bouwsector beneden 30 € per uur)
onmogelijk kunnen samengaan met het naleven van de Belgische loons- en
arbeidsvoorwaarden door diezelfde buitenlandse spelers; zelfs rekening houdend
met de sociale zekerheid en belastingen die aldaar beduidend lager liggen.
Maar men is enkel geïnteresseerd in de goedkope (soms regelrecht gekke)
prijzen, of we nu met manuurtarief dan wel met prijzen per m² of m³ te maken
hebben. Voor het overige blijft men
toch altijd buiten schot aangezien de Belgische aannemer niet aansprakelijk is
voor de lonen, die de onderaannemer betaalt.
Hij kent die lonen trouwens niet.
Het gevolg is dat zowel Belgische hoofd- als onderaannemers massaal in het
buitenland publiciteit voeren om (goedkope) buitenlandse onderaannemers aan te
trekken. Daardoor stapelen de
controleproblemen en regelrechte sociale dumping zich alsmaar meer op.
Op
die manier is men de Belgische markt aan het kapotmaken.
Een correcte Belgische onderneming die uitsluitend met haar Belgische
werknemers tegen de courante marktprijzen werkt, komt niet meer aan de bak.
Zij zien de contracten geregeld naar buitenlandse firma’s gaan omdat die
een onrealistische prijs kunnen hanteren.
Binnenkort gaan nog enkel de grootste Belgische spelers op de Belgische
markt overblijven doordat ze constant een beroep doen op goedkope buitenlandse
ondernemingen.
Alle kleine Blgische ondernemingen zijn gedoemd om te verdwijnen.
Sommige hebben hierop geanticipeerd: met onrealistische prijzen slepen ze
contracten in de wacht die ze dan ook volledig doorgeven tegen nog goedkopere
prijzen aan buitenlandse onderaannemers; daarvoor werd eerst het eigen Belgisch
personeelsbestand afgebouwd of volledig afgedankt !
Belgische ondernemers richten een buitenlandse firma op (bij voorkeur in
Oost-Europa) en schakelen die als onderaannemer met goedkope buitenlandse
werknemers in op hun projecten (via de Belgische moederfirma – zonder eigen
personeel).
Deze zeer zware oneerlijke concurrentie is ronduit catastrofaal voor onze eigen
arbeidsmarkt. De Belgische
werknemers worden zo systematisch en onrechtstreeks vervangen door goedkope
buitenlandse arbeidskrachten die hier tegen hongerlonen en soms in penibele
omstandigheden (o.a. qua huisvesting) komen werken !
Noodzakelijke maatregelen
Meer informatie
De sociale inspectie dient over de nodige informatie te beschikken.
De naar België detacherende onderneming (naast informatie over de
gedetacheerde werknemers, de gebruiker en/of zelfstandigen) en zijn Belgische
hoofdaannemer dienen bij de aanvang van hun detachering in België, de volgende
informatie te verstrekken
- aangifte van de actuele en volledige bedrijfsgegevens;
- aangifte van de actuele en volledige identiteitsgegevens van de verantwoordelijke(n) van de firma;
- aangifte van de actuele en volledige identiteitsgegevens van de verantwoordelijke(n) van de firma;
- neerlegging van de actuele statuten van de onderneming;
- neerlegging van de wijzigingen in de voormelde gegevens tijdens de periode van
detachering in België[1].
De naar België detacherende dienen eveneens:
- aangifte te doen van brutolonen die de werknemers zullen ontvangen tijdens hun
detachering in België;
- aangifte te doen van de arbeidsovereenkomsten van de betrokken werknemers.
- bij afloop van de detachering: aangifte van de loonbrieven voor de periode van detachering in België en aangifte van de betalingsbewijzen m.b.t. de betrokken nettobedragen[2].
- bij afloop van de detachering: aangifte van de loonbrieven voor de periode van detachering in België en aangifte van de betalingsbewijzen m.b.t. de betrokken nettobedragen[2].
Deze informatie zou het mogelijk maken om problemen aangaande verloning snel en
systematisch op te sporen.
Omkering bewijslast schijnzelfstandigen
Een wettelijke bepaling zou in België dienen ingevoerd waarbij bepaald wordt dat
een zgh zelfstandige, die meer dan 20 uur per week voor eenzelfde opdrachtgever
presteert als een werknemer wordt aangezien.
Dit vermoeden is wederlegbaar.
Van werkgevers- en werknemersorganisaties wordt waakzaamheid gevraagd en
verdere samenwerking met inspectiediensten en zusterorganisaties over de grenzen
heen om de naleving van de geldende wetgeving in goede banen te leiden.
Samenvattend
De Sociale Inspectie heeft dringend meer informatie nodig vanwege de
buitenlandse operatoren, zgz. zelfstandigen inbegrepen, en de eigen
hoofdaannemers om pertinent te kunnen optreden.
Schijnzelfstandigen dienen ontmaskerd te worden.
De EU blijft in gebreke. Er
is dringend meer samenwerking nodig tussen de Europese Lidstaten op het stuk van
uitwisselen van infirmatie om er
voor te zorgen dat tewerkstelling in het kader van de vrijheid van diensten niet
leidt tot een ongecontroleerde massale sociale dumping, waarbij
1.
de eigen wetgeving, vooral fiscaal, arbeids- en sociale zekerheidswetgeving niet
wordt nageleefd;
2.
bona fide ondernemingen en werknemers er onder uitgaan,
3.
buitenlandse werknemers uitgebuit worden;
4.
de tewerkstelling
5.
en de financiering van de sociale zekerheid in het gedrang komen.
Anders wordt de Europese arbeidsmarkt meer en meer een sociale ramp.
[1]
De registratie van al deze gegevens zou elektronisch kunnen gebeuren op
een welbepaalde website (vb www.limosa.be ).
(bron: http://www.cer-leuven.be)