Vooral in de jaren '80 van vorige eeuw palmden de
spotgoedkope (2 à 3 euro) Bulgaarse wijnen de Europese rekken in. Miljoenen
kartons Merlot, Chardonnay of Xabernet werden gulzig gedronken door de niet té
veeleisende consument. En toen zakte het Bulgaarse sprookje als een soufflé in
elkaar. Maar: Bulgaria is back.
Tip 1: Van Dionysos tot Karl Marx
We spreken in wijntermen zo vaak over de Nieuwe Wereld -
waarmee we dan o.a. Zuid-Afrika, Australië, Chili, Argentinië,... bedoelen -,
maar vergeten daarbij dat er ook nog ‘nieuwe’ gebieden liggen in
bijvoorbeeld Centraal -en Oost-Europa,
die uit hun winterslaap ontwaken. Nieuw in de zin van: dringend opnieuw te
ontdekken. Bulgarije beantwoordt perfect aan dit cliché. Archeologische studies
situeren het begin van de wijncultuur er reeds tussen 6.000 à 3.000 voor
christus, met de Thraciërs als grote pioniers. Ze legden er massaal wingerds
aan, introduceerden nieuwe landbouwtechnieken en ontwikkelden zelfs speciale
instrumenten voor het werken in de wingerd en de eigenlijke vinificatie.
Thracië, regio die later de kern van het huidige Bulgarije zal worden, was ook
het toneel van de eerste feesten ter ere van Dionysos en van de wijn.
Toch gek dan dat dit pioniersland eeuw na eeuw verder
wegzakt op de kwaliteitshitparade, met als dieptepunt de communistische
bewindsperiode, toen de wijnindustrie een puur staatsmonopolie werd. Bulgarije
was toen een megavolumeproducent, zelfs nummer 5 op wereldvlak, die toen
massaal amper 80-Belgische frank kostende Merlots, Chardonnays of Cabernet Sauvignons op de Europese markten
losliet. De meeste wijntjes smaakten in die tijd echter zoals het toenmalige
staatsapparaat: saai of simplistisch. Veel druivenmateriaal werd trouwens ook
in buurlanden aangekocht om dan in Bulgarije tot ‘eigen wijn’ omgetoverd te
worden.
Tip 2: Wachten op beterschap
We moeten dan ook wachten tot de val van het communisme in
1989 vooraleer de Bulgaarse wijnmakers stilaan konden afkicken van dit voor hen
zeker knellende systeem. Het sleutelprobleem waarmee de wijnindustrie echter
daarna jarenlang worstelde was enerzijds de moeizame herverdeling van het
landbouwland (1995-2000) en anderzijds de nog complexere privatisering van de
wijndomeinen (1998), waardoor er zelfs een druivenschaarste ontstond. In een
mum van tijd halveerde niet alleen de
export, maar ook de oppervlakte wijngaarden die nog werden geëxploiteerd kromp
sensationeel.
Tegelijk vormde deze aartsmoeilijke periode ook het
keerpunt, zeker toen stilaan vers investeringskapitaal binnenstroomde - o.a.
via Franse en Italiaanse wijnhuizen of Bulgaren die in het buitenland fortuin
hadden gemaakt -, samen met de broodnodige moderne oenologische knowhow,
apparatuur en marketingtechnieken. Zo investeerde de Italiaanse schatrijke
textielbaron Edoardo Miroglio vlotjes 22 miljoen euro in zijn Bulgaars domein.
Sindsdien ontstonden, naast een aantal grotere wijnbedrijven, ook steeds meer
boutique wineries, die zich toespitsen op premiumwijnen en een kleinschalige
productie van dikwijls maar enkele duizenden flessen per oogst.
Tip 3: Het beloofde (wijn)landje?
Eigenlijk gek dat we tot de 21ste eeuw moesten wachten
alvorens de Bulgaarse wijn weer stilaan op zijn qui-vive komt. Want troeven
voor de productie van kwaliteitswijnen bezit het land in overvloed, met zijn 5
grote wijnregio’s, waarbij de Dounau-vlakte en de Thracische vallei het
leeuwendeel van de oogst leveren. Zo bezit Bulgarije - dat tussen haakjes op
dezelfde breedtecirkel ligt als Bordeaux of de Italiaanse Abruzzen -
een mozaïek van micro-wijnregio’s, met telkens een ander
klimaat (van continentaal tot Mediterraan) en terroir (dichter bij de Zwarte
Zee; al dan niet in de greep van het gebergte; diverse bodemtypes,…). Bovendien
kunnen de Bulgaren er niet alleen terugvallen op internationale variëteiten -
genre Cabernet Sauvignon, Merlot,
Chardonnay, Sauvignon Blanc, Riesling, Pinot Noir,... -, maar ook autochtone
soorten zoals de Rkatzeli, Pimid, Dimyat, Melnik, Gamza of Mavrud.
Hierdoor kan er een brede waaier aan stijltypes worden
geproduceerd, van droge witte tot mousserende wijnen, zoete likeurwijnen,
lichtfruitige rode of zelfs heel krachtige, eikgelagerde rode cuvees. En dat
bovendien in alle prijsvorken. We vinden al degelijke Bulgaren voor 6 à 7 euro
in onze rekken, maar kunnen evenzo ‘grands crus’ kopen van 25 euro of meer, die
soms zonder blikken of blozen naast hun broertjes uit Bordeaux of Bourgogne
kunnen staan. Kortom: het potentieel is gigantisch.
Tip 4: Het mengplezier herontdekt
Wat moet u als leek onthouden? Trek u in dit stadium niet
teveel aan van formele appellaties of streken, maar kijk vooral naar
producenten - interessant zijn wijnhuizen waar buitenlands kapitaal insteekt
- en zeker de druiven(combinaties) op
het etiket.
En hier zijn twee trends. Eén: Bulgarije is altijd beresterk
geweest op het vlak van mono-cépages (wijnen van één druivensoort), maar naast
de internationale klassiekers zoals Merlot of Cabernet, vinden we nu steeds vaker
uitstekende inheemse monocuvees op basis van Mavrud of Rubin (kruising tussen
Shiraz en Nebbiolo). Het proberen waard.
En twee: de Bulgaarse wijnmakers hebben het plezier van de
‘blends’ ontdekt. Inheemse rassen zoals Mavrud, Rubin of Gamza worden in nieuwe
combinaties met internationale variëteiten gemixt, vaak met een flinke
eiklagering als ruggensteun.
Kortom: Bulgarije mag dan geregeld politiek en economisch
een geurtje van ‘corruptie’ verspreiden, op wijngebied is het één van de beste
leerlingen van de klas geworden.