Op de internationale goederenmarkten wordt de goudprijs
uitgedrukt in Amerikaanse dollars per troy ounce, dat is iets meer dan 31,1
gram. In 1980 bereikte de goudprijs een record van 887 dollar per troy ounce.
In 2011 bereikte de goudprijs een nieuw record van 1900 dollar per troy ounce.
Sinds de top van 1980 heeft het goud in een zogenoemde ‘bear
market’ gezeten. Na de grote inflatie van eind jaren zeventig en begin jaren
tachtig steeg de prijs van goud naar een recordhoogte van maar liefst $887 per
ounce ($2400 per ounce wanneer we inflatiecorrectie toepassen). Toen deze
periode achter de rug was daalde de goudprijs naar een dieptepunt van $254 per
ounce in 2001, om vervolgens aan een ongekende klim te beginnen. Deze klim is
te danken aan het feit dat wereldwijd duidelijk werd bij de grote investeerders
en economen dat de Verenigde Staten zich diep in de schulden aan het steken was
en deze financierde via hun eigen valuta via de FED. Hierdoor is te merken dat
er een toevlucht is naar fysiek goud. Beleggingsgoud wordt geleverd in munten,
zoals de krugerrand, of in baarvorm. De toevlucht is versterkt door de
eurocrisis.