Sunday, 24 February 2013

Република България, Repoeblika Balgarija, Republiek Bulgarije


Basisgegevens
Officiële landstaal           Bulgaars
Hoofdstad          Sofia
Regeringsvorm Parlementaire republiek met een meerpartijenstelsel (democratie)
Religie  Bulgaars-orthodox 85%, Islam 12 procent
Oppervlakte      110.879 km² [1] (0,3% water)
Inwoners            7.928.901 (2001)[2]
7.037.935 (2012)[3] (63,5/km² (2012))
Overige
Volkslied             Mila Rodino
Munteenheid   Lev (BGN)
UTC       +2 (zomertijd +3)
Nationale feestdag        3 maart
Web | Code | Tel.           .bg | BGR | 359
Voorgaande staten
 Volksrepubliek Bulgarije             1990 (val communisme)

Bulgarije (Bulgaars: България, Balgarija), officieel de Republiek Bulgarije (Bulgaars: Република България, Repoeblika Balgarija), is een land in Zuidoost-Europa, gelegen in het oosten van de Balkan en ten zuiden van de rivier de Donau.
Het land heeft een bevolking van 7.037.935 (2012) inwoners en een oppervlakte van 110.879 km². Sofia is de hoofdstad en met ruim 1,2 miljoen inwoners de grootste stad van het land. Andere belangrijke steden zijn Varna en Boergas (de belangrijkste havens van Bulgarije aan de Zwarte Zee), Plovdiv en Roese.
De Donau-Bulgaren, ook wel Protobulgaren genoemd, een Turkse stam uit Centraal-Azië en de lokale Slavische bevolking vormden onder leiding van kahn Asparoech in de zevende eeuw het Eerste Bulgaarse Rijk. In de veertiende eeuw werd het land veroverd door het Ottomaanse Rijk. Tussen 1762 en de onafhankelijkheid in 1878 was er sprake van de Bulgaarse Renaissance. Op 3 maart 1878 herkreeg Bulgarije zijn zelfbestuur als zelfstandig vorstendom binnen het Ottomaanse Rijk, en op 22 september 1908 werd het een volledig onafhankelijk koninkrijk. Het won en verloor gebied gedurende de Balkanoorlogen en de Eerste Wereldoorlog.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam Bulgarije in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie en werd een communistische volksrepubliek. In 1989 ontvluchtten honderdduizenden Turken en Pomakken Bulgarije vanwege de zware repressieve houding van de regering ten opzichte van de islamitische minderheden. Zo werden Turkse namen in 1984 verboden en werden moskeeën gesloten [4]. Na een paleiscoup door de minister van Buitenlandse Zaken in 1989 werd het land een democratische meerpartijenstaat en kon het zich langzaam richting de EU bewegen. Ook werden in 1989 de repressieve maatregelen tegen de minderheden opgeschort.
Bulgarije werd op 29 maart 2004 officieel lid van de NAVO en op 1 januari 2007 trad het toe tot de Europese Unie, nadat eerst in 2004 de boot van de uitbreiding van de EU werd gemist. Het associatieverdrag was op 25 april 2005 ondertekend. Al eerder, op 7 mei 1992, werd Bulgarije lid van de Raad van Europa, en daarmee van de OVSE.


Het centraal gelegen plaatsje Kalofer en omgeving
Bulgarije heeft in het oosten 378 km kustlijn aan de Zwarte Zee. Verder wordt het land begrensd door Roemenië in het noorden (608 km), door Servië (318 km) en Macedonië (148 km) in het westen, door Griekenland (494 km) in het zuiden en door Europees-Turkije (240 km) in het zuidoosten.
Centraal-Bulgarije wordt van oost naar west overgestoken door waaiers van het Balkangebergte. Tussen de Balkan en de Donau ligt een vruchtbaar plateau. Dit vlakke gebied in het noordoosten van het land heet de Dobroedzja. Het loopt door in Roemenië. De Donau vormt het grootste deel van de noordelijke grens. In het zuiden ligt het Rodopegebergte. Verder zijn er in het westen de Rila met het hoogste punt van Bulgarije (en het Balkanschiereiland), de berg Moesala (2925 m), en in het zuidwesten de Pirin met als hoogste berg de Vichren (2920 m). Ten zuiden van de Balkan en ten noorden van de Rodopegebergte is het land vlak. Het zuidoosten van Bulgarije wordt Thracië genoemd, naar de Thraciërs die er in de oudheid woonden. De stad Plovdiv ligt in de Thracische vlakte. Dit gebied zet zich ten zuiden van Bulgarije voort.
De Donau, de Iskar, de Maritsa en de Strimon zijn de belangrijkste rivieren. Het noorden en oosten van het land wateren, al dan niet via de Donau, af op de Zwarte Zee. De Maritsa en de Strimon en hun zijrivieren wateren af op de Egeïsche Zee.
Bulgarije heeft een Midden-Europees landklimaat met warme zomers en koude winters. Ten zuiden van het Balkangebergte heerst een zachter klimaat met mediterrane kenmerken.
De gemiddelde zomer-dagtemperatuur ligt in het binnenland rond de 24 °C. Juli en augustus zijn de warmste maanden van het jaar. Het is dan gemiddeld circa 27 °C warm; langs de Zwarte Zeekust lopen de temperaturen op tot 30 °C.
De neerslag bedraagt gemiddeld 600 mm per jaar, maar in de bergen valt vaak meer dan 1000 mm per jaar, vaak in de vorm van sneeuw. De meeste regen valt in de zomer, in het zuiden is dit in de herfst.



Sofia, naast de hoofdstad ook de stad met de meeste inwoners van Bulgarije
In Bulgarije wonen 7.322.858 mensen volgens een telling in 2007. De bevolking neemt al vanaf het midden van de jaren 80 af.
De meeste inwoners van Bulgarije zijn etnische Bulgaren (83,9 procent). Er is een aanzienlijke minderheid van Turken (9,4 procent) en kleinere groepen Roma (4,7 procent), Russen (0,2 procent), Armeniërs (0,1 procent) en Macedoniërs. Bulgarije, met zijn historische claims in Macedonië, beschouwt de Macedoniërs niet als een aparte bevolkingsgroep en ziet hun sterk aan het Bulgaars verwante taal als een Bulgaars dialect.
De officiële taal van het land is het Bulgaars, dat met het cyrillische alfabet wordt geschreven. Minderheden spreken Turks en Romani.
Zo'n 85 procent[5] van de bevolking behoort tot de Bulgaars-orthodoxe Kerk. In 1953 werd het Bulgaarse patriarchaat opnieuw ingesteld.
Een kleine minderheid behoort tot de Bulgaars-katholieke Kerk en eveneens een kleine minderheid tot de Rooms-katholieke Kerk.
Er is een aanzienlijke moslimminderheid (12 procent van de bevolking): deze bestaat uit etnische Turken en islamitische Bulgaren, deze laatsten worden ook wel Pomakken genoemd.

Mineraalmijn in Bulgarije
Traditioneel is Bulgarije een landbouwland. Na de Tweede Wereldoorlog is het land door de communisten echter aanzienlijk geïndustrialiseerd. De belangrijke industrieën zijn de machinebouw, metaalbewerking, voedselverwerking, techniek en de productie van chemische producten, textiel en elektronica. De belangrijkste mineralen van Bulgarije zijn bauxiet, koper, lood, zink, steenkool, bruinkool, ijzererts, olie en aardgas.
De landbouw vertegenwoordigt meer dan 20 procent van het bruto nationaal product en stelt hetzelfde percentage van het aantal arbeidskrachten te werk. De belangrijkste gewassen zijn tarwe, koolzaad, graan, gerst, groenten en tabak. Druiven en ander fruit, evenals rozen, worden ook gekweekt, en de productie van wijn en brandewijn is belangrijk voor de economie. Meer dan 80 procent van de handel van Bulgarije vindt plaats met de vroegere landen van de Sovjet-Unie.
Tot 1989 had het land een economie in de Sovjetstijl waarin bijna alle landbouw en industriële ondernemingen door de staat beheerd werden. Een stagnerende economie, tekort aan voedsel, energie, en consumptiegoederen, een enorme buitenlandse schuld, en verouderde en inefficiënte industriële complexen spoorden pogingen aan tot marktgerichte hervorming in de jaren 90. De economie van Bulgarije zakte na 1989 door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie aanvankelijk sterk in. De levensstandaard daalde 40 procent.
De Bulgaarse munteenheid is de lev, die een vaste koers heeft ten opzichte van de euro: 1 euro = 1,95583 lev.



Het Romeinse theater in Plovdiv
De Bulgaarse muziek is onder liefhebbers van wereldmuziek of volksmuziek zeer geliefd vanwege het voorkomen van zeer onregelmatige maatsoorten. De Bulgaarse muziek heeft al heel veel moderne muziekstijlen beïnvloed.
Bulgarijes voornaamste (klassieke) componist was Pancho Vladigerov, wiens werk grote populariteit geniet. Het Conservatorium in Sofia is naar hem genoemd, alsmede een tweejaarlijks terugkerend muziekconcours in Sjoemen.
Een aantal operazangers (Nicolai Ghiaurov, Boris Christoff, Raina Kabaivanska, Ghena Dimitrova), Anna Veleva, de wereldberoemde harpist Anna-Maria Ravnopolska-Dean en succesvolle kunstenaars (Christo, Pascin, Vladimir Dimitrov, Boyan Kirkov) hebben de cultuur van Bulgarije in het buitenland populair gemaakt.
De Bulgaren gebruiken het cyrillisch alfabet. Methodius en Cyrillus van Saloniki die het alfabet ontwikkelden zijn belangrijke personen in de geschiedenis van Bulgarije. Ze kwamen uit Thessaloniki, dat destijds tot het Bulgaarse rijk behoorde.
Boyanakerk
Alexander Nevski-kathedraal
Veliko Tarnovo, de oude hoofdstad
Ridder van Madara
Rotskerken van Ivanovo
Thracisch graf van Kazanlak
Oude centrum van Nesebar
Natuurreservaat Srebarna
Nationaal park Pirin
Rilaklooster
Thracisch graf van Sveshtari
De zandformaties rond Melnik

Het gebouw van de Nationale Vergadering
Bulgarije is een parlementaire democratie met als staatshoofd een president die elke vijf jaar direct wordt gekozen. Sinds januari 2012 wordt deze functie bekleed door Rosen Plevneliev. De volksvertegenwoordiging bestaat uit een eenkamerparlement, de Nationale Vergadering (Narodno Sobranie). Deze bestaat uit 240 leden die gekozen worden via algemeen en enkelvoudig kiesrecht voor een periode van vier jaar. De verkiezing van de Nationale Vergadering verloopt via het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
Sinds juli 2009 is Bojko Borisov, oud-burgemeester van Sofia, de premier van Bulgarije.
 Zie ook de Verkiezingen in Bulgarije
Zie Bestuurlijke indeling van Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Sinds 1999 bestaat Bulgarije uit 28 oblasten, die alle zijn genoemd naar de regionale hoofdstad. De nationale hoofdstad, Sofia, vormt een eigen district. Tussen 1987 en 1999 was het land onderverdeeld in negen grotere oblasten.
De oblasten zijn onderverdeeld in gemeenten (obsjtina, meervoud: obsjtini).
De instellingen van hoger onderwijs zijn de universiteiten van Sofia, Plovdiv, Veliko Tarnovo en Varna.


Openbaar vervoer in Sofia
Bulgarije is een belangrijk doorvoerland tussen Midden-Europa en Turkije. Het land ligt aan vier pan-Europese transportcorridors. Tot corridor nr. IX behoort de enige brug over de Donau naar Roemenië, de Vriendschapsbrug uit 1954. Een tweede brug, de Donaubrug 2, nabij Vidin is in aanbouw.
Bulgarije beschikt over 4294 km spoorwegen: de eerste spoorlijn werd in 1866 aangelegd. De frequentie van de treinen is echter laag en voor het interlokale verkeer is de bus doorgaans sneller. Het plaatselijke busvervoer is in onafhankelijke stadsmaatschappijen ingedeeld; een kaartje van de ene stad is in de andere niet geldig.
Er zijn vier internationale luchthavens: in Sofia, Varna, Boergas en Plovdiv.
Bulgarije beschikt met Varna en Boergas over twee zeehavens aan de Zwarte Zee. De grootste binnenhaven bevindt zich bij Roese aan de Donau.
Bulgarije is op dit moment bezig met de aanleg van een autosnelwegennetwerk, dat alle grote steden met elkaar zal verbinden.

(bron: wikipedia)