Friday, 17 May 2013

Belastingsverdrag


Een belastingverdrag (in België ook wel een dubbelbelastingverdrag genoemd) is een verdrag oftewel een overeenkomst tussen veelal twee en — in uitzonderlijke gevallen — meer staten waarin die staten afspreken hoe de heffing van hun belastingen op elkaar wordt afgestemd met als voornaamste doel het voorkomen van internationale dubbele belasting én het ontgaan van belasting. Belastingverdragen zijn deel van het belastingrecht en meer in het bijzonder van het internationale belastingrecht.

Internationale dubbele belasting doet zich onder meer voor indien twee of meer staten hetzelfde inkomen van dezelfde persoon belasten als gevolg van de toepassing van vooral twee internationaal breed toegepaste heffingsbeginselen: het woonplaatsbeginsel en het bronstaatbeginsel. Op grond van het woonplaatsbeginsel heft een staat belasting naar het inkomen van personen die in die staat wonen of gevestigd zijn (de woonstaat). De territoriale oorsprong van het inkomen is hierbij niet van belang: zowel inkomen dat binnen het grondgebied van de staat opkomt, als inkomen dat buiten dat grondgebied opkomt, wordt in de woonstaat belast. Dit inkomen wordt aangeduid als wereldinkomen. Op grond van het bronstaatbeginsel heft een staat belasting van personen die weliswaar niet in die staat wonen of gevestigd zijn, maar die wel inkomen uit die staat genieten (de bronstaat). Geniet een inwoner van staat A (woonstaat) bijvoorbeeld huurinkomsten uit een woning die in staat B gelegen is (bronstaat), dan zal in de regel zowel staat A als staat B de huurinkomsten willen belasten. Zonder internationale afstemming zou de gecombineerde belastingdruk van de twee staten in veel gevallen hoger uitvallen dan de belastingdruk die zou ontstaan indien het inkomen slechts in één van die staten belast zou zijn. De hogere, gecombineerde belastingdruk wordt veelal gezien als een ongewenste uitkomst omdat het internationale economische samenwerking belemmert. 

Belastingverdragen zijn erop gericht om die hogere, gecombineerde belastingdruk te verminderen. Hierbij is het uitgangspunt dat de woonstaat het wereldinkomen van de belastingplichtige altijd mag belasten, dus ook als het inkomen zijn oorsprong buiten de woonstaat heeft. Vervolgens wordt in belastingverdragen per type inkomen bepaald of de bronstaat het inkomen van de belastingplichtige dat zijn oorsprong in die staat heeft, ook mag belasten. Is dat het geval, dan dient de woonstaat van de belastingplichtige een korting (belastingvermindering) te geven op de belasting die in de woonstaat verschuldigd is. Belastingverdragen zijn ook erop gericht om te voorkomen dat inkomen in het geheel niet worden belast (het ontgaan van belasting).
Wat hierboven voor belastingen naar inkomen (inclusief winst) is gesteld, geldt ook voor andere belastingen zoals belastingen naar vermogen en successierechten.