Friday, 10 May 2013

De verschillen in arbeidskost tussen de Europese landen zijn schokkend:


Onderaan staan Bulgarije en Roemenië. Daar kost een privé-werknemer gemiddeld respectievelijk 3,7 euro per uur (2,9 euro per uur voor fabrieksarbeiders) en 4,5 euro per uur (3,8 euro per uur voor fabrieksarbeiders).

Aan de top staan Zweden (41,9 en 43,8 euro per uur) en België (40,40 en 41,9 euro per uur).

Één Zweedse werknemer kost een fabriekseigenaar gemiddeld dus evenveel als 15 Bulgaren. (Een Belgische fabriekseigenaar kan 14 Bulgaren laten werken voor dezelfde prijs als 1 Belg.)

Een Griekse arbeider kost gemiddeld 14,7 euro per uur – ongeveer een derde van wat men in Noord-Europa betaalt. Griekenland is overigens het enige land in de EU waar de gemiddelde arbeidskost in 2012 daalde (met 6,8% dan nog wel).

In Spanje steeg de arbeidskost 2012 met 1,1% tot 20,9 euro per uur, in Italië met 1,7% tot 21,9 euro, in Duitsland met 2,8% tot 21 euro en in Frankrijk met 1,9% tot 34,9 euro.

In relatieve termen steeg de arbeidskost in Bulgarije het meest: 6,4% of 24 eurocent per uur. In absolute termen steeg de Zweedse arbeidskost het meest: een stijging van 1,5 euro per uur of 3,5%. Het valt op dat dit net de top en staart zijn qua arbeidskost in Europa.