Friday, 10 May 2013

De Bulgaars-orthodoxe Kerk


De Bulgaars-orthodoxe Kerk (Bulgaars: Българска православна църква, Bălgarska pravoslavna cărkva) behoort tot de autocefale Oosters-orthodoxe Kerken. De Bulgaars-orthodoxe Kerk heeft de status van patriarchaat. De opperste gerechtelijke en bestuurlijke macht wordt uitgeoefend door de Heilige Synode.

De Bulgaarse Kerk werd opgericht in 865 toen Boris I gedoopt werd door Griekse missionarissen. In 927 erkende het Patriarchaat van Constantinopel de autocefale status van de Bulgaarse Kerk. Daardoor is deze Kerk één van de oudste autocefale Kerk na de Patriarchaten van Rome, Constantinopel, Alexandrië, Antiochië, Jeruzalem en de Cypriotisch-orthodoxe Kerk.

In de elfde eeuw - na de verovering van Bulgarije door Byzantium in 1018 - werd het patriarchaat door de Byzantijnse keizer afgeschaft; de patriarch werd aartsbisschop. In 1054 sloot de Bulgaarse Kerk zich dan ook aan bij Constantinopel en verbrak alle banden met de paus van Rome.

In 1235 werd het Bulgaarse patriarchaat hersteld tijdens het Tweede Bulgaarse Rijk. Tegen het einde van de 14de eeuw maakte de Ottomaanse invasie een einde aan het bestaan van het patriarchaat en in 1453 werd de Bulgaarse Kerk onder jurisdictie van het Patriarchaat van Constantinopel werd geplaatst.

In 1870 vaardigde de sultan een decreet uit waarbij een Bulgaarse Kerk in de vorm van een exarchaat werd gesticht. Daarop ex-communiceerde Constantinopel de Bulgaarse Kerk. Pas in 1945 volgde de erkenning van het Bulgaarse patriarchaat door de Patriarch van Constantinopel. In 1953 werd de Bulgaars-orthodoxe Kerk terug een autocefaal patriarchaat.

Gedurende de communistische periode werden de kerkeigendommen geconfisqueerd door de staat. De grondwet van 1991 waarborgt de godsdienstvrijheid en erkent de oosterse orthodoxie als de traditionele godsdienst van Bulgarije.

(bron: wikipedia)