Monday 12 August 2013

Kosten boekhouding

Kosten zijn in de boekhouding en de jaarrekening alle posten die aan de debetzijde (in min) van het resultaat geboekt worden.
De kosten die in een bedrijf worden gemaakt kan men op verschillende wijzen classificeren:
Indeling naar kostensoorten en/of kostenplaatsen
Indeling in constante kosten en variabele kosten
Indeling in directe kosten en indirecte kosten

Kostensoorten

Dit is de indeling die in de jaarrekening (verlies & winst) wordt voorgeschreven. Enkele voorbeelden:
personeelskosten (lonen, sociale lasten, hospitalisatieverzekering, etc)
afschrijvingen (van gebouwen, meubilair, informaticamateriaal, etc)
publiciteitskosten
aankopen grond- en hulpstoffen
voorraadwijzigingen
Men kijkt hier alleen naar de soort kost en men kijkt niet naar:
voor welk (eind)product of klant of verkoopregio deze kosten zijn gemaakt
waar (in welke afdeling) deze kosten zijn gemaakt
Constante kosten en variabele kosten

Hier worden de kosten verder onderverdeeld volgens hun gedrag t.o.v. de output (= aantal eenheden productie of aantal eenheden verkoop ) Variabele kosten blijven quasi constant per eenheid output. Met andere woorden: stijgt de output, dan zal ook het verbruik van deze kosten stijgen.

Typische voorbeelden:

verbruik van grond- en hulpstoffen in een productiebedrijf (hoe meer je produceert, hoe meer grondstoffen je nodig hebt)
de benzinekosten van je auto (hoe meer je rijdt, hoe groter je totale benzinerekening, maar het aantal liter benzine dat je per 100 km verbruikt blijft ongeveer constant)
Constante kosten variƫren binnen bepaalde grenzen NIET met de grootte van je output. Met andere woorden: stijgt de output, dan zal de kostprijs per eenheid output dalen. Typisch voorbeeld:
je jaarlijkse autoverzekering: of je nu 1.000 km of 50.000 km per jaar rijdt, je betaalt jaarlijks een vast bedrag maar de kostprijs per km is in het ene geval veel hoger dan in het andere.
afschrijvingen van het machinepark

Noot: alleen als bepaalde grenzen worden overschreden zal een vaste kost wijzigen. Voorbeeld: je voorziet een grote productiestijging waardoor je een bijkomende machine moet aanschaffen en waardoor je jaarlijkse afschrijvingen ook verhogen.

Directe kosten en indirecte kosten

Directe kosten kunnen onmiddellijk worden toegewezen aan het object (eindproduct, afdeling, klant, etc) waarvoor je de kostprijs berekent. Bij indirecte kosten kan je dat niet: daarvoor heb je een verdeelsleutel nodig.

Typisch voorbeeld:

wanneer een bepaalde machine slechts 1 soort eindproduct kan fabriceren, dan kan je de kosten van deze productiemachine direct toewijzen aan dat eindproduct.

afschrijvingen gebouwen: wanneer er meerdere machines in je productiehal staan dan dien je de afschrijvingen van het gebouw over die verschillende machines te versleutelen. Een typische verdeelsleutel in dit geval is het aantal m2 dat elke machine in beslag neemt.