Wednesday 7 August 2013

Uw eigen kerkgenootschap oprichten zonder enige tegenstand


De korte vorm:

Wanneer je met een groep mensen regelmatig samenkomt om over God te leren heet dat al een 'kerkgenootschap' volgens de Nederlandse wet.

Wellicht goed om te weten is dat het hebben van een statuut niet noodzakelijk is. Je kan een  kerkgenootschap gewoon bij de KvK aanmelden, rekening kan je openen bij de ABN en ANBI status verkrijgen  zonder statuten. Enige noodzakelijke is een adres waar je bijeenkomt (geen woonadres!) en een benoemingsbesluit (lees notulen) waarin twee personen benoemd worden om de bankzaken te regelen. Zo kun je met minimale kosten en papierwerk een kerkgenootschap oprichten.

Ik heb begrepen dat het  justitieel systeem een 'standaard' statuut heeft als je er zelf geen opgemaakt  hebt. Wat ik mij daarbij voorstel is een minimum statuut die de middenweg bewandelt tussen de meeste statuten. Zou je in een rechtszaak belanden door bijvoorbeeld een mede-leider die je aanklaagt omdat hij/zij zich gedupeerd voelt, dan hanteert de rechter dit. Heb je een eigen statuut, dan heb je dit zelf in de hand door het aanstellen/ontslaan specifiek te omschrijven. De gedupeerde is aangenomen wetende wat dit statuut omschreef dus zal dit statuut de beslissende rol gaan spelen. Krijg je als aangeklaagde een statuut die je niet kent, dan zou je een onprettige verassing kunnen krijgen tijdens de rechtszaak.

De langere en meer degelijke vorm:

1. Zorg voor een statuut. (zie hieronder een voorbeeld). Kies voor een rechtspersoon de 'kerkgenootschap'. Niet een stichting of vereniging. Je hoeft niet naar een advokaten kantoor.

2. Meld je aan bij de Kamer van Koophandel als kerkgenootschap.

3. Meld je aan bij je plaatselijk Belastingkantoor en verkrijg een belasting nummer.

4. Ga naar je bank met deze informatie en open een rekening op naam van je
kerkgenoorschap.

5. Vraag met deze info de ANBI status aan bij de belastingdienst in Den Bosch, die alle charitatieve aanvragen behandelt. Dit zodat alle giften  aan je kerkgenootschap afterkbaar worden voor de schenkers. ANBI = Algemeen Nut Beogende Instelling.

Nu zul je een deugdelijke administratie willen voeren. Die zal in het begin, als er niet veel geld omgaat, heel eenvoudig zijn. Je hebt niet persé een accountant nodig of dure software pakketten. Het is voldoende om met een Excel Sheet of gewoon een schrift alles bij te houden. Belangrijk is:  wat komt binnen en waar geef je het aan uit. Bewaar al de facturen en bonnetjes van je aankopen. Zorg dat je iedere uitgave een nummer geeft en maak een ordener waar al je facturen en bonnen op nummervolgorde in zitten. Zo kan een eventuele controle snel en soepel verlopen. Ontvang je salaris uit de inkomsten van je kerkgenootschap, dan geef je dit jaarlijks op bij de Belastingdienst zodat je loonbelasting en premie volkverszekering kan betalen en je zorgverzekering.

Je pensioen en je verzekeringen regel je zelf. Kijk uit dat de slimme verzekering verkoper je niet inmaakt  met angstige verhalen. Zij verdienen commissie op iedere verzekering die zij verkopen.

Hier vindt u de formele zijde van een kerkgenootschap oprichten in  detail:

Verzin een naam voor je kerk. Het beste kan je God vragen om een naam voor je kerk. Waar Hij een naam aan geeft zal Hij ook bevestigen.

Schrijf een statuut:

Vraag een ander kerkgenootschap om hun statuut en pas het aan op jou situatie. Zie de bijlage onderaan dit document voor een voorbeeld. Je hoeft niet naar een notaris om je rechtspersoon notarieel vast te leggen. Het kost geen geld. Volgens de wet ben je al een kerkgenootschap als je regelmatig met een groep mensen bij elkaar komt voor een ideologisch doel. De eis volgens het wetboek beslaat maar twee bladzijden dus het stelt niet zo veel voor. Nederland heeft vrijheid van geloofsovertuiging in zijn grondwet. Zou je geen statuut hebben dan zal je berecht worden vanuit een standaard statuut die de rechtbank heeft voor een kerkgenootschap. Als je dat niet wilt dan schrijf je er zelf een.

De comparanten genoemd in het statuut (zie voorbeeld helemaal onderaan) starten het kerkgenootschap en stellen een bestuur aan volgens de regels van het statuut. De comparanten zijn niet noodzakelijk de eerste bestuurders. De namen van de comparanten en kopieën van hun rijbewijs of paspoort is een bijlage van het statuut en heet een benoemingsbesluit. De leiders van dat moment (d.w.z. de comparanten) tekenen allemaal het benoemingsbesluit. Deze combinatie gebruik je om een bankrekening te openen voor de kerkgenootschap.

Bij wisselingen van het bestuur maak je een nieuw benoemingsbesluit en stuur je die naar de bank en KvK. Het zittende bestuur neemt dan de plaats in van de stichters of initiatiefnemers of comparanten.

Voorbeeld van een benoemingsbesluit.

Voorbeeld benoemingsbesluit.

Hierbij hoort een kopie van de ID kaart van de aan te stellen leden.

Benoemingsbesluit van het bestuur, de oudstenraad van ……………………, opgesteld in de vergadering van datum …………………………………………

Aanwezigen van het bestuur:

- De heer ………………………………….., wonende …………………………..
- Mevrouw…………………………………., wonende …………………………..
- De heer …………………………………, wonende ……………………………………
- Mevrouw ……………………………….., wonende ……………………………………

De aanwezigen wijzen als voorzitter van de vergadering aan de heer ……………..
.
De voorzitter dient het volgende voorstel in:

Benoeming van de oudsten van …………………………………. per datum, overéénkomstig het statuut van Kerkgenootschap…………… van 17 xxi 20xx, art. 6, lid 1, letter d.

- Leidend oudste: dhr…………………….           , wonende……………………………..
- Leidend oudste: mevr. ………………………    , wonende………………………….....
- Toeziend oudste: dhr. …………………………., wonende…………………………….
- Toeziend oudste: mevr. ………………………., wonende ……………………………..
Benoeming van nieuwe leden van het Financieel Bestuur xx in overeenstemming met het bepaalde in artikel 6, lid 1, letter f van het Statuut van het Kerkgenootschap……………………………………………………………………….., zoals opgesteld op datum, voor de volgende functies:

- Voorzitter: de heer …………………………    , wonende …………………………..
- Penningmeester: mevrouw …………………., wonende …………………………..
- Secretaris: mevrouw …………………………, wonende ………………………….
.
De aanwezigen stemmen allen voor het ingediende voorstel, zodat het wordt geacht te zijn aangenomen.

De nieuwe leden van het Financieel Bestuur  zullen per datum in functie zijn.
Aldus vastgelegd te [plaats] d.d. datum en getekend,
[ de comparaten in het begin en later het zittende bestuur]

Handtekeningen

De ANBI:

Wil je dat je schenkers hun schenking kunnen aftrekken van de belasting, dan zul je de Algemeent Nut Beogend Instelling status willen aanvragen. Met deze status kunnen je sponsors een percentage van hun sponsorgeld terug ontvangen van de fiscus.

Voor je de ANBI aan kunt vragen moet je eerst:

1. Vraag bij je regionale Belastingkantoor een fiscaal nummer aan voor je kerkgenootschap. Net als bij de bank stuur je de statuten en het benoemingsbesluit mee met de aanvraag naar  je belastingkantoor. Zij sturen je een fiscaal nummer.

2. Met deze informatie meld je de kerkgenootschap aan bij de Kamer van Koophandel. Sinds 2010 moet je je persoonlijk aanmelden bij de kamer van koophandel. Laat je daar inschriven als kerkgenootschap.

3. Vraag een inschrijfformulier aan bij het ANBI team in Den Bosch. Formeel klink dat zo: In het kader van de ANBI verzoeken wij u vriendelijk een aanvraagformulier voor een beschikking te verzenden naar de ondergetekende.

4. Dan stuur je een aanvraag voor ANBI naar:

ANBI Team
Postbus 70505
5201 CG ’S-HERTOGENBOSCH
BelastingTelefoon Telefoon: 0800 – 0543

Hieronder een stuk informatie van de belastingdienst over ANBI.

Betreft: Wijziging fiscale regels 'goede doelen instellingen'
In het Belastingplan 2006 zijn wijzigingen in de Wet inkomstenbelasting 2001 voorgesteld ten aanzien van de fiscale regelgeving voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI). Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2008.

Hieronder volgt een opsomming van de voorwaarden waaraan algemeen nut beogende instellingen in de toekomst moeten voldoen om voor de fiscale faciliteiten in de sfeer van successie- en schenkingsrecht, de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting in aanmerking te komen.

A. Voorwaarden Belastingdienst

Uit de regelgeving van de instelling (waaronder de statuten) en de feitelijke werkzaamheden blijkt dat:

· De instelling geen winstoogmerk heeft;
· De instelling het algemeen belang dient;
· Niemand over het vermogen van de instelling kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen;
· Bij opheffing van de instelling een batig liquidatiesaldo moet worden besteed ten behoeve van een (andere) kwalificerende instelling of op een andere wijze waarmee het algemeen belang wordt gediend;
· De instelling houdt niet meer vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de instelling (bestedingscriterium);
· De instelling beschikt over een actueel beleidsplan;
· De kosten van werving van gelden en beheerkosten staat in redelijke verhouding tot de bestedingen ten behoeve van het doel van de instelling;
· De instelling is verplicht een administratie te voeren.
De inspecteur heeft overigens de bevoegdheid om per instelling nadere voorwaarden te stellen.

B. Concrete gevolgen voor uw instelling

Beleidsplan
In het beleidsplan moet u als bestuur of kerkenraad inzicht geven in de concrete
doelstellingen voor een beperkt aantal jaren. Het beleidsplan moet tenminste ingaan op de door de instelling te verrichten werkzaamheden, een beschrijving op welke wijze de instelling fondsen wil werven en een beschrijving van de wijze waarop de instelling de verkregen gelden zal beheren. Ook moet het beleidsplan ingaan op de wijze waarop en aan welke doelen verkregen inkomsten worden besteed. Gelet op de andere voorwaarden (bestedings en vermogenscriterium) is het tevens van belang om een beleid te formuleren inzake onkostenvergoedingen (bestedingscriterium) en een motivatie van het risicoprofiel van de instelling ter onderbouwing van het minimaal noodzakelijke vermogen (vermogenscriterium). Het beleidsplan dient tenslotte financieel te worden 'vertaald' in een financiële (meerjaren) begroting.

Fiscaal 

Om uw instelling bij de Belastingdienst te laten rangschikken als algemeen nut beogende instelling dient u hiervoor een verzoek in te dienen bij de belastingdienst.
De uitvoeringsregeling biedt de mogelijkheid tot gezamenlijke rangschikking. Zo kunnen bijvoorbeeld koepelorganisaties voor de aangesloten instellingen een gezamenlijke rangschikking aanvragen. Verder blijft het op instellingsniveau van belang om een actueel beleidsplan inclusief (meerjaren) begroting te hebben en een transparante administratie te voeren.

Financieel

Op financieel gebied zijn er de volgende aandachtspunten / 'vereisten':

· (Meerjaren)begroting
· Financiële administratie
· Bestuursverslag
· Jaarrekening

De uitvoeringsregeling geeft aan dat instellingen verplicht zijn een administratie te voeren. Doel van deze administratie is verantwoording te kunnen afleggen over het gevoerde (financiële) beleid. De af te leggen verantwoording komt tot uitdrukking in het jaarverslag van de instelling. Dit jaarverslag bestaat uit 2 hoofdonderwerpen, het bestuursverslag en de jaarrekening. In het bestuursverslag wordt tekstueel aangegeven in welke mate de instelling haar beleidsvoornemens en -doelstellingen in het desbetreffende jaar heeft gerealiseerd en wordt 'vooruit' gekeken naar het aanstaande jaar. In de jaarrekening wordt inzicht gegeven in de
gerealiseerde inkomsten en uitgaven en vindt een vergelijking met de begroting plaats.

Stappenplan

In onderstaande tabel is een stappenplan opgenomen. Per onderwerp is een actie / maatregel benoemd die door de instelling moet worden uitgevoerd.

Onderwerp Actie / maatregel Verantwoordelijke Deadline
Beleidsmatig
Passen de huidige formele documenten en de
feitelijke werkzaamheden binnen de kaders van
algemeen nut beogende instellingen.
Toetsen of eigen regelgeving
(waaronder de statuten) voldoet aan de
nieuwe fiscale regels.
Bestuur
Eventueel aanpassen van de eigen
regelgeving.
Bestuur
Actueel beleidsplan Opstellen van het beleidsplan.
Onderwerpen voor het beleidsplan zijn:
· Concrete doelstellingen voor de
komende jaren
· Beheren en gelden
· Criteria voor het besteden van gelden
· Onkosten en vacatiegelden
· Motivering risicoprofiel
· Financiële paragraaf
Bestuur
Financieel
Meerjarenbegroting Opstelling meerjarenbegroting die de
financiële 'vertaling' van het
beleidsplan vormt.
Financieel Besturen xx
Financiële administratie (opzetten en) voeren van een adequate
en transparante administratie. Houd
per persoon bij welke vergoedingen
zijn uitbetaald.
FB's
Bestuursverslag Jaarlijks opmaken van een
bestuursverslag dat onderdeel uitmaakt
van de jaarstukken.
FB's
Jaarrekening Jaarlijks opstellen van de jaarrekening FB's
Fiscaal
Verzoek indienen bij belastingdienst voor
rangschikking ANBI
Bestuur

Deze informatie stuur je naar Den Bosch:

Stuur deze brief met beleidsplan en begroting naar Den Bosch:

Belastingdienst/Oost-Brabant/kantoor ’s-Hertogenbosch
ANBI Team
Postbus 70505
5201 CG ’S-HERTOGENBOSCH

Hieronder is een voorbeeld van een brief om je ANBI aan te vragen.

Kerkgenootschap [naam]
Adres

Aan Belastingdienst/Oost-Brabant/kantoor 's-Hertogenbosch
ANBI Team
Postbus 70505
5201 CG ’s-HERTOGENBOSCH

woonplaats, datum

Betreft: aanvraagformulier groepsbeschikking

Geachte heer/mevrouw,

In het kader van de ANBI verzoeken wij u vriendelijk een aanvraagformulier beschikking te verzenden naar ondergetekende.

De beschikking heeft betrekking op het volgende kerkgenootschap:

Kerkgenootschap xx (fiscaalnr.xxx) adres

In afwachting op uw reactie verblijf ik,
Met vriendelijke groet,


Penningmeester xx
Kerkgenootschap xx

Zorg dat je een financieel bestuur aanstelt:

Stel een betrouwbare en slagvaardig financieel bestuur aan: dat is een voorzitter, secretaris en een penningmeester die de lopende financiële zaken bijhoudt. Controleer de administratie ieder kwartaal vanuit het bestuur, want je bent hoofdelijk verantwoordelijk voor de financiële huishouding. Gaat het mis, dan draait het bestuur er privé voor op.

BTW dragend?

Wanneer moet je BTW afdragen of moet je een BTW nummer hebben? Nee, als
kerkgenootschap ligt het niet in de aard van het rechtspersoon om handel te drijven. Daarom geen BTW nummer. Je mag tot een bepaald plafond wel BTW vrij doen. Maak je meer winst dan een bepaald drempel bedrag wat ieder jaar door de belastingdienst wordt vastgelegd, dan moet een deel van het kerkgenootschap BTW dragend worden. Dan kun je beter een aparte stichting of vereniging oprichten of een eenmanszaak.

Kamer van Koophandel nummer:

Die heb je sinds 2010 nodig als kerkgenootschap. Wil je toch BTW terugvragen over je inkopen dan zul je een andere rechtspersoon moeten oprichten. Je zal dan producten moeten verkopen als ondernemer. Ga naar een accountant en informeer hoe dat zit.

Een vereniging of een stichting kan dat wel maar dan kunnen alle leden meestemmen. Wil je dat?

Nog een voordeel is dat een kerkgenootschap aan veel minder regels gebonden is dan een Vereniging of Stichting.

Maak een archief aan:

Bewaar je financiële jaarverslagen, facturen en bonnetjes, declaraties en andere financiële bewijsstukken minstens 7 jaar samen met agenda’s en planningen. De belastingdienst zal je niet jaarlijks vragen om een jaarrapport maar kan wel alles opvragen voor 7 jaar terug en dan moet je het wel hebben. Zorg ervoor dat het duidelijke en overzichtelijk op papier staat zodat je er na 7 jaar nog weet waar het over ging. Iedere financiële uitgave waar geen factuur of bonnetje tegenover staat word als salaris gezien en daar kan je een belastingaanslag voor verwachten. Iedere uitgave zal moeten bouwen aan de visie in de statuten anders is het aanvechtbaar.

Kijk uit dat je privé informatie niet op straat laat liggen: Geef aan niemand informatie over de verbinding tussen de gevers en hun bijdrage. Zelfs de belastingdienst moet daar andere wegen voor vinden dan door jou administratie. Het is de wet op privacy die dit beschermt. Bescherm je ledenlijst en je menseninformatie zoals pastoraat
rapporten en dergelijke. Je bent strafbaar als deze zaken openbaar komen.

Verzekeringen:

Welke verzekeringen heb je nodig?

Heb je een gebouw dan ben je al heel wat verplicht wat verzekeringen betreft. Brand en financieel heb je meteen al verplichte verzekeringen. Je apparatuur zoals geluid installatie kun je verzekeren tegen brand en diefstal maar die hebben een afschrijftijd (een paar jaar) waarna zij niets meer waard zijn. Aansprakelijkheidsverzekering neem je alleen als je weet welke aansprakelijkheid je wilt verzekeren. Is er een gebied dat je risicovol vind: verzeker dat dan. Werk je met kinderen, denk dan aan aansprakelijkheid van de ouders vanwege de leiders die je aanstelt (pedofielen)
of schade aan kinderen door verkeerde bouw of installatie van je kinderafdeling.
Vraag jezelf af: waar loop ik risico? Waarover kan iemand mij aanklagen?
Heb je een huurzaal en wil je aansprakelijkheid verzekeren op schade aan hun gebouw, ramen, deuren, of inboedel. Maak je gebruik van het vervoer van iemand anders?

Vergoedingen:

Om een duidelijk beeld te hebben van wat wel en niet vergoed wordt door de
kerkgenootschap, is het raadzaam een vergoedingenlijst te maken waar het bestuur het over eens is. Kilometervergoedingen voor predikers, spreekvergoeding voor predikers en dergelijke zaken kunnen hier in vermeld staan. Dan hoeft de penningmeester niet constant te bellen naar het bestuur als iemand een vergoeding nodig heeft.

Starten met personeel in dienst te nemen:

Dit doe je pas als je meer dan 200 leden hebt.

Je kan beter als ZZP'er (Zelfstandige Zonder Personeel) beginnen.

Rechtpositie

In het burgerlijk wetboek is geregeld waar formele arbeidsverhoudingen minimaal aan zouden moeten voldoen. Het burgerlijk wetboek zorgt voor een minimaal aan afspraken. Daarin staan in ieder geval de basis van de rechten en plichten van zowel de werknemer als de werkgever vermeldt. Dit richt zich vooral op de belangrijkste primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Deze worden bij indiensttreding tweezijdig overeengekomen en vastgelegd.

De arbeidsovereenkomst

Zodra iemand voor een stichting, b.v., vennootschap, kerkelijke organisatie, etc. voor een afgesproken loon werk verricht, dan is er sprake van een individuele arbeidsovereenkomst. In een arbeidsovereenkomst moeten in ieder geval de volgende punten worden opgenomen:

· naam, adres en woonplaats van werkgever en werknemer;
· de functie van de werknemer en/of aard van de werkzaamheden;
· de standplaats(en) van de werknemer;
· het tijdstip van indiensttreding;
· de aard van het dienstverband (bepaalde of onbepaalde tijd);
· de eventuele proeftijd en de opzegtermijn;
· de werktijden;
· het bruto loon;
· aantal contracturen;
· het aantal vakantiedagen;
· de eventuele pensioenregeling;
· het eventueel van toepassing zijn van een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO).

Zowel werkgever als werknemer dienen de arbeidsovereenkomst te ondertekenen om het rechtsgeldig te laten zijn. Echter ook een mondelinge overeenkomst (mits op enige wijze aantoonbaar) is rechtsgeldig. Advies is om alles wat in arbeidsvoorwaardelijke zin wordt afgesproken zwart op wit vast te leggen.

Toepassing CAO

We onderscheiden twee soorten CAO's: een bedrijfstak cao en een onderneming cao. Een bedrijfstak cao wordt afgesloten tussen één of meer werkgevers(organisaties) en één of meer werknemers(organisaties). Een onderneming CAO wordt afgesloten tussen één werkgever met één of meer werknemersorganisaties en geldt voor deze specifieke onderneming (bv
Philips, NS, etc). Deelname aan een CAO kan niet zomaar. De wet CAO schrijft voor dat in de statuten van de werkgevers- en werknemersverenigingen moet staan dat zij bevoegd zijn tot het afsluiten van een CAO. Deze wet bepaalt ook dat de werkgevers- en werknemersverenigingen die een CAO afsluiten, verplicht zijn om de CAO aan hun leden te verstrekken. Voor sommige bedrijfstakken geldt er een door de minister afgekondigde algemeen verbindende verklaring (avv). Voor Jubilee is bovenstaande situatie niet van toepassing. Het is dus niet mogelijk om deel te
nemen aan een willekeurige bedrijfstak CAO; zoals bijvoorbeeld CAO-Hoger Beroeps
Onderwijs. Indien Jubilee afspraken wilt maken met haar eventuele nieuwe medewerkers moet dat, conform het Burgerlijk wetboek, op individuele basis gebeuren en worden geregeld in het (individuele) arbeidsovereenkomst. Uiteraard is het wel mogelijk om een bepaalde CAO als (informeel) voorbeeld te gebruiken. Mijn advies is echter om niet het CAO-HBO als norm te nemen voor wat betreft secundaire arbeidsvoorwaarden. Vooral de vakantieregelingen en overige ATV-achtige constructies zijn m.i. te uitgebreid en niet meer van deze tijd. Dit geldt
overigens voor alle CAO’s uit het onderwijstak.

Functiewaardering

Het is wellicht wel mogelijk om aansluiting te zoeken bij het functiewaarderingsbestel van het onderwijs. In het onderwijs worden onderwijsfuncties conform de systematiek van Fuwasys gewogen en gewaardeerd. In de huidige functiebeschrijvingen van Jubilee zijn echter naast de 'onderwijselementen' een aantal andere aspecten in de functie beschreven die niet te vergelijken en/of te wegen zijn in het systeem.
Mijn advies is om bij het waarderen van de functies van Jubilee een uitgebreid benchmark onderzoek te doen naar zowel het toe te passen salarisschaal model en specifieke salariëring per functie.

(Administratieve) verplichtingen van de werkgever

Aanmelden bij de Belastingdienst

Een werkgever dient haar werknemer (schriftelijk) aan te melden bij de Belastingdienst i.v.m. het inhouden en afdragen van loonbelasting en premies volksverzekeringen. Daarnaast is de werkgever verplicht om een (uitgebreid) (loon)administratie bij te houden. De belastingdienst stuurt de benodigde gegevens ook door naar de UWV-organisatie. Advies is om vanaf het begin de personeels- en salarisadministratie en de activiteiten hieromtrent (bv.eerstedagsmelding, aangifte loonheffing, personeelsdossier, etc) uit te besteden. Personeels- en salarisadministratie is zeer specialistisch werk en moet nauwkeurig worden uitgevoerd. Waneer de Jubilee organisatie gaat groeien (naar meer dan 50 medewerkers) is het opzetten van een eigen P&O afdeling een reële optie.

Personeelsbeleid

Mijn advies om vanaf de start van het in dienst nemen van personeel een basis aan te leggen voor het personeelsbeleid. In het personeelsbeleid kunnen de o.a. de volgende zaken worden vastgesteld:

· Ziekteverzuimbeleid (ziekteverzuim registratie is verplicht door de UWV);
· Vergoedingen;
· Beloning (salarisontwikkeling, bonus, etc.)
Bovenstaande aspecten zijn basis elementen die in het personeelsbeleid kan worden
opgenomen. Naar mate de organisatie gaat groeien kunnen meerdere aspecten zoals: werving & selectie, opleidingen, functioneringsmanagement etc. aan het beleid worden toegevoegd.

Arbodienst


Aangezien een CAO niet van toepassing is, is aanmelden bij een pensioenfonds niet
verplicht. Afspraken hieromtrent worden in onderling overleg, welke vastgelegd worden in het arbeidsovereenkomst, gemaakt. Er zijn veel pensioenfondsen en verschillende keuzes die op dit gebied gemaakt zouden kunnen worden. Belangrijk is dat het bestuur van Jubilee en uitspraak doet over het wel of niet maken van afspraken hierover.

Conclusies:

Hierbij volgen de belangrijkste stappen en adviezen nogmaals op een rijtje:
· Rechtspositie goed regelen d.m.v. individuele arbeidsovereenkomst;
· CAO is niet van toepassing;
· Uitgebreid onderzoek (benchmark) doen naar functiewaardering en toepassing van
salarisschalen;
· Aanmelden bij de Belastingdienst (één loket, Belastingdienst geeft gegevens door aan het UWV);
· Personeels- en salarisadministratie uitbesteden;
· Aanmelden bij een arbodienst;
· Besluiten toepassing pensioenen;
· Ontwikkelen (basis)personeelsbeleid.

Zelfstandige Zonder Personeel:

In het begin gebruiken wij de status Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP) of freelancer om onze pastors een legale werknemer status te geven die de belastingdienst kan herkennen. Voordeel is dat iedereen zijn eigen administratie doet en de bediening alleen een sleutel hoeft te verzinnen om de tienden te verdelen onder de fulltimers en deeltijds mensen.

Algemene tips:

Zorg voor verslaglegging van je vergaderingen:

Je besluiten zijn belangrijk voor de voortgang van je plannen. Voordat je een vergadering belegt, laat een agenda uitgaan van de vergadering. Leer de secretaris dit minstens een week voor de vergadering uit te zetten. Tijdens je vergadering, laat iemand een verslag schrijven zodat je terug kan komen op wat besloten is en wie aanwezig was.

Bedenk van tevoren wat je wilt doen in je vergadering:

Om snelheid en effectiviteit te bewaren in je vergadering, zorg ervoor dat je weet wat je wilt bereiken met je vergadering. Je prioriteitlijst zijn de kansen en bedreigingen die je hebt om je visie te bereiken. De meest belangrijke staat boven aan. Iedere kerk, afdeling en team heeft zijn eigen prioriteitlijst. De voorzitter van de vergadering ontwerpt deze twee weken voor je volgende vergadering. Een plan start met een besluit om een project prioriteit te geven waaruit steeds actiepunten voort komen totdat je het doel bereikt hebt. Een snelle afhandeling van de actiepunten
bevordert de besluitvorming in je vergadering en houd iedereen betrokken en enthousiast. Gebruik voor de besluitvorming de BOB methode. BOB staat voor Beeldvorming, oordeel en besluit. De gedachte hiervan is dat als je beeldvorming breed genoeg is en door de betrokken mensen gedragen word, dan zal je een gebalanceerd oordeel kunne maken waar je meerdere opties kan beschrijven. Je besluitfase gebruik je om tussen de opties te kiezen. Wij werken niet met een volledige consensus voordat wij een besluit maken. De voorzitter heeft daar de verantwoordelijkheid om na rijp beraad een besluit te maken zodat het plan
proces niet 'te lang' duurt. 'Te lang' wordt gedefinieerd door wat je organisatie bureaucratisch gaat noemen. Het is een afweging tussen genoeg tijd nemen om tot rijp beraad te komen en snelheid en dynamiek te waarborgen in je besluitproces.
Ontwerp je vergadering twee weken voordat je daadwerkelijk gaat zitten met je team. Deel je agenda in zodat jij je actiepunten doormeent, de hartslag van je organisatie hoort van ieder teamlid, je prioriteiten bespreekt, besluiten maakt en actiepunten uitdeelt en dan rond je de vergadering af met actueel mentorschap om te kunnen ontwikkelen in uitmuntendheid.

Bijlage: Een voorbeeld Statuut

Statuten Kerkgenootschap

A k t e uitgave 0x

Woonplaats, x november 20xx

Comparanten:

1. De heer xxx legitimatie paspoort nummer xx, pastor, geboren te xx op xx
negentienhonderdxx, wonende te xx, gehuwd.---

2. De heer xx, legitimatie rijbewijs nummer xx, leraar, geboren te xx op xx
negentienhonderdxx, xx, gehuwd.

3. De heer xx, legitimatie rijbewijs nummer xx, gemeente-ambtenaar, geboren te Ax op xx negentienhonderdxx, wonende te xx, ongehuwd.—

De comparanten verklaarden bij deze akte de statuten van Kerkgenootschap xx, een
Kerkgenootschap als bedoeld in artikel 2 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zoals opgesteld op 24 juni 2004 opnieuw en ongewijzigd vast te leggen, als volgt:

--------------------------------NAAM EN ZETEL----------------------------
-----------------------------------ARTIKEL 1-------------------------
Het Kerkgenootschap draagt de naam xx en is gevestigd in de gemeente xx.

-----------------------AARD VAN HET KERKGENOOTSCHAP----
-----------------------------------ARTIKEL 2---------------------------
1. Het Kerkgenootschap is gebaseerd op de Bijbelse opvatting dat alle ware gelovigen leden zijn van het lichaam waarvan Jezus Christus het hoofd is. 'En Hij heeft alles onder Zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente die Zijn lichaam is, vervuld met Hem, Die alles in allen volmaakt.' Efeze 1: 22-23. Daarom is het lichaam van Christus een organisme en vervolgens een organisatie. Een organisme, gevormd op de dag van Pinksteren door de werkzaamheid van de Heilige Geest. 'Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam hoevelen ook, één lichaam vormen, zo
ook Christus, want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij in één Geest gedrenkt.' (1 Kor. 12:12-13). Dit lichaam, aldus gevormd, kunnen wij niet scheppen noch veranderen, noch opheffen noch daaraan toevoegen. En daar het ontstaan is door een daad van God, is het de plicht van elke gelovige om te erkennen wat God heeft gedaan. Ook is het onze plechtige verantwoordelijkheid om manieren en wegen te vinden om praktisch werkende verhoudingen te vinden tussen de gelovigen, die Christus geplaatst heeft in Zijn Kerk om de Goddelijke zending op aarde te vervullen.

2. Het Kerkgenootschap bestaat uit een christelijke gemeente te Zwolle. Daarnaast erkent het Kerkgenootschap geassocieerde gemeenten en worden als zodanig door het Kerkgenootschap erkend, zolang zij geassocieerd zijn met het Kerkgenootschap en zich houden aan de doelstellingen en fundamentele waarheden van het Kerkgenootschap.Bepalingen hiervoor worden vastgesteld bij het huishoudelijk reglement.

3. Elke gemeente heeft een zelfstandig bestuur binnen het raamwerk van deze statuten en het huishoudelijk reglement van het Kerkgenootschap en erkent het geestelijke gezag, het toezicht en de inspraak van de apostolische bediening, uitgeoefend door de opzieners/oudsten.

----------DOELSTELLING VAN HET KERKGENOOTSCHAP ------------------------------ARTIKEL
3 -------------------------------------------
Het Kerkgenootschap heeft ten doel:
1. Christus te erkennen als Almachtig Hoofd van de Kerk over de gehele wereld en het Woord van --God te onderwijzen aan alle volkeren. ------

2. Alle ware gelovigen te erkennen als leden van het lichaam van Christus;

3. De apostolische zending te benadrukken, aan te moedigen en te bevorderen en
gemeenten te vestigen, die een plaats zijn van aanbidding van de Almachtige God; een plaats die een christelijke gemeenschap verschaft aan alle personen, die hetzelfde kostbare geloof belijden en waar de Heilige Geest geëerd wordt;

4. De verantwoordelijkheid te accepteren om de grote opdracht te vervullen namelijk de verbreiding van het Evangelie en de volken tot Zijn discipelen te maken (Mattheüs 28: 18);

5. Eenheid en gemeenschap tussen leden van het lichaam van Christus te vestigen;

6. De fundamentele waarheden, omschreven in artikel 4 van deze statuten, te onderschrijven;

7. Diensten tot de gemeente behorend op te richten, voor het verbreiden van het Evangelie en het werk zoals omschreven in de statuten;

8. Kandidaten aan te stellen voor de bediening, zoals omschreven in artikel 6.1. En als zij beproefd blijken te zijn, vervolgens te bevestigen als opzieners naar de eisen gesteld in het Nieuwe Testament.

----------VERKLARING VAN DE FUNDAMENTELE WAARHEDEN --
--------------------------------ARTIKEL 4 --------------------------
1.De ene ware God.

God heeft Zichzelf geopenbaard als de eeuwige, zelfbestaande 'IK BEN', de Schepper van het heelal en de Verlosser van de mensheid (Deuteronomium 6:4; Exodus 3: 14; Jesaja 43:10,11); God heeft Zichzelf geopenbaard als drieëenheid, Zich manifesterend in Vader, Zoon en Heilige Geest (Jesaja 48:16; Mattheüs 28:19; Lucas 3:22).

2.De Schriftuurlijke Inspiratie en grondslag.

De gemeente erkent de Bijbel als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God en aanvaardt derhalve de Bijbel als grondslag en enige absolute richtlijn voor het functioneren van de gemeente.

3.De Godheid van de Here Jezus Christus.

De Here Jezus Christus is de eeuwige Zoon van God en als zodanig delende in de
Goddelijkheid en de Godheid van God (Mattheüs 1:23; Johannes 5:22-23; Johannes 1:1; Hebreeën 1:1-13)

4.De Heilige Geest.

De Heilige Geest is gezonden door de Vader op het gebed van Jezus en Hij deelt in de Goddelijkheid van de Godheid van God (Psalmen 139:7-10 en Lukas 1:35)

5.Erfzonde en zondeval van de mens.

De mens werd rechtschapen en goed geschapen; want God zei: 'laat Ons mensen maken naar Ons beeld, als Onze gelijkenis' (Genesis 1:26). De eerste mens, Adam, ontviel door ongehoorzaamheid aan de genade Gods en zo kwam de zonde in de wereld en door de zonde de dood. De overtreding van Adam haalde niet alleen de schuld van de natuurlijke dood over de mens, maar ook de eeuwige afscheiding van God (Genesis 2:17; 3:6-24).

6.De redding van de mens.

De enige hoop op verlossing en redding van de mens uit de macht van de zonde is door het vergoten bloed van de Heer Jezus Christus (Handelingen 4:12; Romeinen 5:8-12; Jacobus 1:21; Efeze 2:8).

7.Christus de enige herder.

Jezus Christus is de Goede Herder (Johannes 10:11) en de Grote Herder (Hebreeën 13:20). Er wordt in het Nieuwe Testament slechts naar één geestelijke herder verwezen en dat is Jezus Christus (Johannes 10:16).

8.De kerk en haar zending.

De kerk is het lichaam van Christus, de woonstede van God door de Heilige Geest met Goddelijke opdracht voor het vervullen van haar grote taak. Elke gelovige, geboren uit de Geest, maakt deel uit van de algemene kerk van de eerst geborenen, die zijn ingeschreven in de hemel (Efeze 1:22; Hebreeën 12:23). Omdat het Gods bedoeling ten aanzien van de mens is het zoeken naar wat verloren is, om door de mens aanbeden te worden en om een lichaam van gelovigen op te bouwen naar het beeld van Zijn Zoon, is het de verantwoordelijkheid van de kerk om:
a. een werktuig te zijn voor het beëvangeliseren van de wereld en alle volkeren tot discipelen van Jezus Christus te maken (Handelingen 1:8; Mattheüs 28:19; Markus 16:15,16);
b. een gemeenschappelijk lichaam te zijn waarin God aanbeden kan worden (1 Korinthe 12:18-28).
c. een kanaal te zijn van Gods doeleinden, om een Gemeenschap van heiligen te vormen, vervolmaakt naar het beeld van Zijn Zoon (Efeze 4:11-16; 1 Korinthe 12:28).

9. De door God verordende gebruiken van de kerk.

a) De doop in water.
De opdracht tot dopen door algehele onderdompeling in water wordt in de Schriften gegeven. Allen, die berouw hebben over hun zonden en die geloven in Jezus Christus van Nazareth als Redder en Heer, dienen gedoopt te worden. Dit is een verklaring aan de wereld, dat zij zich verenigen met Christus in Zijn dood en met hem opgewekt zijn in een nieuw leven (Mattheüs 28:19; Handelingen 10:47,48; Romeinen 6:4).-
b) Het avondmaal of de maaltijd des Heren.
Het avondmaal bestaande uit de elementen brood en de beker met de vrucht van de wijnstok, is het zinnebeeld van ouds deel te hebben aan de goddelijke natuur van onze Heer Jezus Christus (2 Petrus 1:4), een gedenken aan Zijn lijden en een voorzegging van Zijn tweede komst (1 Korinthe 11:26). Alle gelovigen nemen aan het avondmaal deel 'totdat Hij komt'.

10. Goddelijke genezing.

In het Oude Testament wordt goddelijke genezing verschaft (Exodus 15:23-26; Psalmen 103:1-3; Jesaja 53: 4-5) en dit vormt een wezenlijk deel van het Evangelie (Mattheüs 8:16,17; Handelingen 5:16).

11. De doop in de Heilige Geest.

De doop in de Heilige Geest wordt gewoonlijk aangetoond door het spreken in andere tongen zoals de Geest van God te uiten geeft (Handelingen 2:4). Met de doop in de Heilige Geest komt de bekleding met kracht, met leven en dienstbaarheid, de schenking van de gaven, bekwaamheden, de vrucht van de Heilige Geest en hun gebruik in de bediening van het lichaam van Christus (Lukas 24:49; Handelingen 1:4, 8; 1 Korinthe 12:1-31). Deze ervaring is onderscheiden van, en een gevolg van de wedergeboorte (Handelingen 8: 12-17; 10:44,48; 19:1-6).

12. De tweede komst van Christus.

De tweede komst van Christus omvat de opname van de Kerk (1 Thessalonicenzen 4:16-17), gevolgd door de feitelijke, zichtbare wederkomst van Christus met Zijn heiligen (de Kerk) om met hem op de aarde te regeren (Zacharia 14:5; Mattheüs 24:27-30; Openbaringen 1:7; 19:11- 14; 20:1-6).

13. Het laatste oordeel.

Er zal een laatste oordeel zijn waarin de verdorven zondaars worden opgewekt en vervolgens geoordeeld naar hun werken. Wie niet staat opgetekend in het boek des levens zal samen met de duivel en zijn engelen, het beest en de valse profeet opgesloten worden tot eeuwigdurende straf in de poel, die brand van vuur en zwavel: dit is de tweede dood (Markus 9:43-48; Openbaringen 20:11-15; 21:8)

14. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

'Wij verwachten echter naar Zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar
gerechtigheid woont' (2 Petrus 3: 13).


--------------------------------LIDMAATSCHAP--------------------
----------------------------------ARTIKEL 5 -------------------------------
1.Leden van het Kerkgenootschap zijn zij, die:
a) Het fundament van Hebreeën 6:1-2 als grondslag voor hun leven hebben aanvaard;
b) De wens tot invoeging in de gemeente aan de opzieners / oudsten hebben kenbaar gemaakt, de visie ondersteunen, het beleid accepteren en zich onder gezag en geestelijke bescherming van het Kerkgenootschap stellen;
c) Als zodanig door de opzieners / oudsten zijn aanvaard.
2. Leden hebben recht op de raadgevende en diaconale zorg van de gemeente.
3. Leden blijven lid totdat zij zich als zodanig hebben onttrokken. De opziener / oudstenraad is bevoegd vast te stellen dat een lid zich als zodanig heeft onttrokken.
4. Uitsluiting van het kerkgenootschap.
Na getracht te hebben personen met het kerkgenootschap te verzoenen in overeenstemming met Mattheüs 18:15-17, moeten de volgende
a) Zij die de leer van Jezus Christus van Nazareth geheel of voor een deel afwijzen (2 Johannes 9-11);
b) Zij die schuldig blijven aan immoraliteit (1 Korinthe 5:9-11);
c) Zij die weerbarstig zijn en zich ongepast gedragen (2 Thessalonicenzen 3:6-13);
d) Zij die scheiding teweeg brengen (Romeinen 16: 17);
e) Zij die als overheersende, twistzieke leiders verdeeldheid brengen, zij mogen niet
nagevolgd worden (3 Johannes 9-11) De opzieners / oudsten moeten unaniem, met inachtneming van artikel 6 lid 2, besluiten het lidmaatschap toe te kennen, af te wijzen of te beëindigen.

-----------------BESTUUR VAN HET KERKGENOOTSCHAP --------------
--------------------------------ARTIKEL 6 ---------------------------------
1. OPZIENERS / OUDSTEN.

Het bestuur van het kerkgenootschap wordt uitgeoefend door opzieners / oudsten.--
a) Opziener / oudste wordt gezien als een taak en niet noodzakelijk erkend als een roeping. Van de opzieners / oudsten wordt verwacht, dat zij aan de eisen genoemd in het Nieuwe Testament in 1 Timothëus 3: 1-13 voldoen en zij kunnen aanblijven zolang zij de taak van opziener / oudste waardig zijn. ----------------------------------
b) De opzieners / oudsten raad kan een van zijn leden, die zijn taak niet vervult of door praktische redenen of gezondheidsredenen niet in staat is zijn taak te vervullen,
ontslaan. ----------------------------------------
c) Nieuwe kandidaten worden gekozen en aangesteld door de bestaande opzieners /
oudsten.-----------------
d) De opzieners / oudsten zullen aangewezen worden naar de deugdzaamheid van hun bediening, gaven / bekwaamheden en hun levenswandel. De opzieners / oudsten vormen tezamen de opziener / oudsten raad. Andere leden van het Kerkgenootschap kunnen gevraagd worden mede te werken met de opziener / oudsten raad in een adviserende functie, ofwel in enige andere functie naar het besluit van de opziener / oudsten raad.
e) De opziener / oudsten raad zal toezien op de handelingen en de financiële
aangelegenheden van het Kerkgenootschap en stelt een financieel bestuur aan als uitvoerend lichaam van hun besluit.
1. De opziener / oudsten raad wijst de voorzitter, penningmeester en een secretaris van het financieel bestuur aan.
g) De leidende opziener / oudste draagt de eindverantwoording over het Kerkgenootschap.
h) De leidende opziener / oudste behoudt zijn taak tenzij hij vrijwillig vertrekt, of als het bepaalde in j van toepassing is.
i) De leidende opziener / oudste zal als visiedrager verantwoordelijk zijn om de weg te ontwikkelen en te realiseren die door de Heilige Geest aan hem is gegeven.
j) Als de leidende opziener / oudste zijn taak beëindigt als gevolg van een nieuwe
levensroeping, is het de plicht van de vertrekkende, leidende opziener/oudste samen met deopzieners / oudsten raad in gebed en vasten een nieuwe leidende opziener / oudste te zoeken.

2. BESLUITVORMING.

Besluiten van de vergadering van de opzieners / oudsten raad kunnen alleen doorgevoerd worden indien deze unaniem genomen zijn. Als een besluit niet eenstemmig genomen is, kan de leidende opziener / oudste het te nemen besluit nemen.

3. DIAKENEN.

De diakenen worden gekozen door de plaatselijke voorganger en opziener / oudste en worden door hen bevestigd naar de eisen van het Nieuwe Testament en zij zullen dienst doen als dienaren in de plaatselijke gemeente (1 Timothëus 3:8-13).

4. GELDELIJKE MIDDELEN.

Het geld voor het onderhoud van het werk van het Kerkgenootschap en voor de uitbreiding van het Koninkrijk van God wordt opgebracht door vrijwillige tienden en offergaven, legaten, erfstellingen en baten.

-------------------------HET WIJZIGEN VAN DE STATUTEN ----------
-------------------------------------ARTIKEL 7 ----------------------------
Deze statuten kunnen niet gewijzigd worden dan na een speciaal besluit van de opzieners / oudsten raad.

---------------------HUISHOUDELIJK REGLEMENT ----------------------
---------------------------------ARTIKEL 8 --------------------------------
De opziener / oudsten raad kan naar behoefte een huishoudelijk reglement vaststellen: -
a) Voor de handeling van het Kerkgenootschap en voor het Kerkgenootschap in het algemeen voor het juist en doeltreffend leiden van het Kerkgenootschap en voor het toezien op haar werkzaamheid;
b) Voor het wijzigen van deze statuten, mits niet wordt afgeweken van:
1. De doelstelling als omschreven in artikel 3;
2. De verklaring van de fundamentele waarheden, als omschreven in artikel 4;
3. De basis van kerkelijk bestuur als omschreven in artikel 6;
c) Voor de verschillende activiteiten, die van tijd tot tijd binnen het Kerkgenootschap kunnen worden gevoerd.

------------ DE BEVOEGDHEID VAN DE OPZIENERS/OUDSTEN -
--------------------------------ARTIKEL 9----------------------------------
De leidende opziener/oudste en, bij zijn ontstentenis of belet, twee andere opzieners/oudsten gezamenlijk vertegenwoordigen het Kerkgenootschap in en buiten rechte en is/zijn bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, die de opziener / oudsten raad in het belang van het Kerkgenootschap acht. Tenzij nadrukkelijk bij een besluit aan een ander opdragen, berust de uitvoering van een besluit van de opzieners / oudsten raad bij de leidende opziener / oudste

---------------------------------OPHEFFING -------------------------------
--------------------------------- ARTIKEL 10 -----------------------------
1. Tot opheffing van het Kerkgenootschap kan ten alle tijde door de opziener / oudsten raad worden besloten.
2. Bij eventuele ontbinding van het Kerkgenootschap vervallen al haar bezittingen aan een door de opziener / oudsten raad aangewezen ander Kerkgenootschap of aan een andere rechtspersoon die een gelijk doel heeft.

------------------------------ SLOTBEPALINGEN -------------------------
----------------------------------- ARTIKEL 11 ----------------------------
1. Het Kerkgenootschap kan in rechte dagen of gedaagd worden en wordt in geval van rechtsgeschillen vertegenwoordigd door de leidende opziener / oudste. De opzieners /oudsten raad kan voor dit doel ook een andere persoon of andere personen aanwijzen.
2. Over alle zaken waarin deze statuten niet voorzien zullen door de opziener / oudsten raad besloten worden. ---------------------------------
3. Bij twijfel of geschillen over de juiste uitleg of beoordeling van deze statuten beslist de leidende opziener / oudste.-----------------------------
Tenslotte verklaarden de comparanten dat de heer xx als leidende opziener / oudste fungeert van het bij deze akte opgerichte Kerkgenootschap.


------------------------------------ WAARVAN AKTE. --------------------------------------------------