Iedereen kent de meldingsplicht bij de Cel voor Financiële
Informatieverwerking (CFI). Deze vloeit voort uit de vaststelling van feiten
waarvan men, onder meer in het licht van de 13 indicatoren, weet of vermoedt
dat ze verband kunnen houden met ernstige en georganiseerde fiscale fraude,
waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procedés van internationale
omvang worden aangewend.
Als gevolg van de wijziging van deze notie door de bredere
notie ‘ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd’, versterkt de wet
van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding de
draagwijdte van die meldingsplicht, wat tot meer rechtsonzekerheid zal leiden.
Vanaf de inwerkingtreding op 29 juli 2013 bepaalt artikel 28 van de wet van 11
januari 1993 dat: “Wanneer de in de artikelen 2, § 1, 3 en 4 beoogde
instellingen en personen vermoeden dat een feit of een verrichting verband kan
houden met witwassen van geld afkomstig uit ernstige fiscale fraude, al dan
niet georganiseerd, brengen zij onmiddellijk schriftelijk of elektronisch dit
ter kennis van de Cel voor Financiële Informatieverwerking, inclusief van zodra
zij minstens een van de indicatoren opsporen die de Koning vastlegt bij in
Ministerraad overlegd besluit.” In de opsomming van artikel 5, §3 van diezelfde
wet wordt vanaf de inwerkingtreding ook de ‘ernstige fiscale fraude, al dan
niet georganiseerd’ geviseerd.