Het Groot-Bulgaarse Rijk (Grieks (in Byzantijnse bronnen): Η
παλαιά μεγάλη Βουλγαρία, I palaiá megáli Voulgaría, "oud groot Bulgarije,
alternatieve naam: Onoguria/Onoghuria) was een rijk dat bestond van de zesde
tot de tiende eeuw in Zuid-Rusland, ten noorden van de Kaukasus in de steppe
tussen de Dnjestr en de Beneden-Wolga.
Het was gesticht door Kubrat Dulo en werd bewoond door de
Protobulgaren, een Turks volk, waaraan het rijk zijn naam dankt. Tussen de
zevende en de dertiende eeuw maakten de in Rusland aan de Wolga wonende
Wolgabulgaren deel uit van het rijk.
Kubrat (ook Kurt of Houvrat genoemd) was van de koninklijke
Duloclan en de rechtmatige erfgenaam van de Bulgaarse troon. Hij bracht zijn
adolescentie door in het Byzantijnse Rijk, waar hij zijn opvoeding kreeg en
werd gedoopt, terwijl zijn oom langs moederskant Organa als regent over zijn
stam was aangesteld.
Rond 628 keerde Kubrat terug naar zijn vaderland en nam het
leiderschap over zijn volk over, zeer waarschijnlijk met de goedkeuring van de
Avaarse khagan. Hij slaagde er al snel in om het Avaarse juk af te werpen (632)
en te profiteren van dynastische oorlogen in het Westelijk Rijk der Göktürken
na de dood van Tung Yabgu (630) om zich af te scheiden.
Doordat hij zijn jeugd in Constantinopel had doorgebracht,
nam hij de Byzantijnse normen en waarden over. Hij werd zelfs een vriend van de
Byzantijnse keizers en had zich - zoals gezegd - reeds in 619 bekeerd tot het
Christendom.
Tussen 630 en 635 slaagde Kubrat erin de twee voornaamste
Bulgaarse stammen, de Kutriguren en Onoguren, te verenigen onder één enkele
heerser. Hij creerde hiermee een machtig verbond dat door de middeleeuwse
auteurs Oud Groot Bulgarije werd genoemd en ook bekendstaat als Onoghuria.
Sommige geleerden menen dat ook de verslagen Avaren tot zijn onderdanen
behoorden en het rijk zich in het westen uitstrekte tot aan de Pannonische
vlakte. Men vermoedt dat de hoofdstad van dit rijk de oude stad Phanagoria op
het schiereiland van Taman was.
Het graf van Kubrat werd in 1912 in Peresjtsjepina in
Oekraïne ontdekt.
Na de dood van Kubrat viel het rijk uit elkaar. Een deel, de
Zwarte Bulgaren, bleef in het gebied van de Wolga, maar ze onderwierpen zich
aan de Chazaren.
Een ander deel, de Wolgabulgaren, verplaatste zich naar het
gebied tussen de Kama en de Wolga. Ze bekeerden zich onder khan Alamusch in 922
tot de islam en groeiden uit tot een handelsmacht tussen het Kievse Rijk en de
islamitische staten. Ze voerden in de twaalfde eeuw oorlog met het vorstendom
Vladimir-Soezdal, maar ze werden door de legers van het kanaat van de Gouden
Horde onder de voet gelopen. Later gingen ze deel uitmaken van Moskovië.
Een ander deel, de Donaubulgaren, verplaatste zich naar de
Donaudelta, waar ze in aanraking kwamen met het leger en de vloot van het
Byzantijnse Rijk. Ze wonnen de oorlog onder leiding van Asparuch van de troepen
van het Byzantijnse Rijk. De macht van de Donaubulgaren was op hun hoogtepunt
tot kan Krum in 811 bijna Nikephoros I wist te vergiftigen. Uiteindelijk namen
zij in de negende eeuw het Oosters christendom aan.
(bron: wikipedia)