Bij payrolling
geeft een bedrijf de verantwoordelijkheid voor zijn werkgeverschap uit handen
en komt het personeel in dienst van een salariëringsbedrijf.
Zo'n bedrijf
besteedt juridische en administratieve aangelegenheden zoals de
salarisadministratie, afdracht van sociale premies en bijvoorbeeld pensioenen
uit aan een payrollonderneming. Personeel dat volgens een payrollconstructie
betaald krijgt kan geen beroep doen op de afspraken uit de collectieve
arbeidsovereenkomst (cao) van de betreffende bedrijfstak.
Het verschil tussen
een payrol-firma en een uitzendbureau is dat in geval van payrolling het
inlenende bedrijf de werknemer zelf werft en dat de terbeschikkingstelling door
het payrollbedrijf veelal voor onbepaalde tijd is.
Kleinere
uitzendbureaus maken zelf ook wel gebruik van payrolling door hun geplaatste
werknemers bij een payrollonderneming onder te brengen. Dit heet ook wel back
office service.
Payrolling is een
groeiend fenomeen in Nederland, vooral in de horecasector. Er is een aantal
grote aanbieders actief, maar door de groter wordende vraag zijn ook steeds
meer kleinere aanbieders op de payroll-markt actief.
Naast personeel
en uitzendbureaus is payrolling ook geschikt voor freelancers, die geen
verklaring arbeidsrelatie (VAR) hebben. De payrollondernemingen nemen de
freelancers in dienst en verzorgen de facturatie aan de opdrachtgever en de
salarisadministratie. De freelancer behoudt zo de vrijheden van het ondernemen
maar heeft tevens de zekerheden van loondienst met de daarbij behorende sociale
regelingen.
Agentschap NL,
een overheidinstelling, maakt gebruik van payrolling. Minister Kamp (Sociale
Zaken en Werkgelegenheid) heeft de Stichting van de Arbeid gevraagd hoe wordt
aangekeken tegen de ontwikkeling van payrolling, mede in het licht van de
gevolgen voor werknemers als het gaat om ontslag. Hij heeft de Stichting
verzocht hem daarover zo mogelijk in september 2011 te berichten. Vervolgens
zal hij de Tweede Kamer inlichten over zijn bevindingen ter zake, en ook ingaan
op het beleid ten aanzien van de inhuur van payrollmedewerkers bij de
rijksoverheid.
In 2011 hebben de
vakbonden, het FNV, CNV en De Unie payrolling via VPO CAO in de ban gedaan.
Gezamenlijk hebben zij de CAO VPO opgezegd. Volgens de vakbonden werd de
constructie voornamelijk gebruikt door werkgevers om contracten te bieden die
slechter zijn dan de geldende cao's.
Sinds 1 januari
2012 is op de arbeidsovereenkomsten tussen payrollondernemingen en
payrollkrachten de Collectieve arbeidsovereenkomst voor Uitzendkrachten van
toepassing geworden. Enkele grotere payrollbedrijven hebben een eigen CAO en
kregen een ontheffing.
Er is discussie
over de meerwaarde welke de payrollingconstructie zou hebben voor verschillende
bedrijven. Met name voor kleine ondernemingen waar slechts een gering aantal
medewerkers werkzaam zijn en geen professionele HR-afdeling beschikbaar is,
wordt payrolling ingezet als dienstverlening ter ontzorging en
professionalisering van het werkgeverschap. Hier ligt de prioriteit juist vaak
op het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden en het correct naleven van alle
wet- en regelgeving, een taak waar de eigenaar/ondernemer onvoldoende tijd en
kennis voor beschikbaar heeft.