De nalatenschap valt open aan de erfgenaam wanneer deze de
erfenis heeft aanvaard. Deze aanvaarding kan stilzwijgend gebeuren. Het
volstaat bijvoorbeeld dat de erfgenaam over de goederen van de nalatenschap
beschikt.
In principe is de erfgenaam aansprakelijk voor de schulden
van de erflater. De erfgenaam kan echter zijn aansprakelijkheid beperken door
de nalatenschap te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. In dat
geval moet hij een verklaring doen voor de rechtbank (van de plaats van overlijden)
binnen drie maanden vanaf het ogenblik dat de erfgenaam kennis genomen heeft
van het openvallen van de nalatenschap. Deze termijn kan door de rechtbank
verlengd worden met nog eens drie maanden.
De echtgenoot, de afstammelingen en de ouders van de
erflater zijn vrijgesteld van successierechten.